Door Europa
Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond […]
De voordelen van combinatiewinkels zal Casper niet ontkennen, maar idealistische beschouwingen mogen wat hem betreft achterwege gelaten worden. Voor de ‘Winkels van Sinkel’ van deze tijd liggen de kansen op winst in het benutten van e-commerce. De combinatiewinkelier zal dus zijn persoonlijke supply chain moeten managen!
‘De wereld verandert. Ik voel het in het water. Ik voel het in de aarde. En ik ruik het in de lucht. Onze tijd hier is voorbij’. Het zijn de woorden van de elfenkoning uit de magistrale vertelling ‘In de Ban van de Ring’. Maar alles komt vroeg of laat terug, in de ene of andere gedaante, want deze profetische woorden hadden ook gisteren gezegd kunnen zijn door een ondernemer in een kleine gemeente die zojuist een combinatiewinkel heeft geopend. Met bekende winkelketens onder één dak zodat de dorpelingen altijd terecht kunnen voor een boek, koekenpan, speelgoed en het, al bijna vanzelfsprekende, postpunt. Zonder dit soort initiatieven, gericht op instandhouding van het verzorgingsgebied van kleine kernen, zouden de plattelanders immers compleet zijn overgeleverd aan webshops.
De lovende artikelen, links en rechts in de media, ademen de heroïek van de strijd van David tegen Goliath. Interessant, want wie is hier eigenlijk wie? Is dat het grootwinkelbedrijf dat inkrimpt of de winkelier die uitbreidt? Maar er worden ook zakelijke argumenten naar voren gebracht zoals dat meer winkelformules onder één dak schaalvoordelen geeft, qua personeel en vanwege het ruimere aanbod dat een meer gevarieerde klantenkring assorteert. Bovendien helpt het grote retailers om hun naamsbekendheid tot in de kleine uithoeken van ons land uit te venten.
Toch behoud ik – hoe sympathiek dit concept van de hybride winkel ook overkomt – zo mijn twijfels. Om te beginnen is de vergelijking met de ‘Winkel van Sinkel’ vals. Daar was, zo wilde het aloude dwangrijm, alles te koop:
“Daar kan men krijgen: mandjes met vijgen. Doosjes pommade, flesjes orgeade. Hoeden en petten tot dameskorsetten. Dropjes om te snoepen en pillen om te poepen.”
Toegegeven, een ruim assortiment. Maar laten we niet vergeten dat, nog los van het waarheidsgehalte van deze claim, in die jaren – we hebben het over bijna tweehonderd jaar geleden – sowieso het aanbod in winkels stukken geringer was dan tegenwoordig. Ik ben dan ook bang dat het imago van de winkel van nu waar van alles en nog wat te koop is, op den duur zal eroderen van krimp – naar bekrompen winkel. Waardoor de veeleisende consument alsnog zal uitwijken naar het wereld wijde web. Tegengeworpen zou kunnen worden dat deze verse loot aan de stam van het ‘nieuwe winkelen’ het juist moet hebben van z’n authenticiteit. Maar hoe authentiek ben je met een vergaarbak van beetjes aan nationale en internationale merken. Ik wil niet direct beweren dat beeldvorming van permanente executieverkoop op de loer ligt. Maar de persoonlijke motieven van de klanten moeten toch wel heel erg lokaal getint zijn om permanente winkeltrouw te kunnen belijden.
De ‘winst’ voor dit winkeltype moet mijns inziens dan ook niet worden gezocht in brede idealistische beschouwingen over het nobele en quasi-inventieve van de combinatiewinkels maar in de focus op het benutten van e-commerce. Het doembeeld van het autootje van de leverancier van de E-sigaret, gevolgd door de verkoper van ouderwetse peuken, gevolgd door de fabrikant van een populaire gootsteenontstopper, gevolgd door de uitgever van de laatste DWDD-boekentip moet en kan meteen de kop in worden gedrukt. Het probleem dat niet alle combinatiewinkeliers dezelfde combinatie aan spullen hanteren, hoeft geen drempel te zijn. Wat de alerte combinatiewinkelier moet doen, is beginnen met een degelijke database. Deze stelt hem in staat de diverse formules in zijn eigen winkel met één kassa te bestrijken. En aldus efficiënt en effectief een persoonlijke Supply Chain te managen. Alle combinaties mogelijk, voor dezelfde prijs! Dat is nog is echt omnichannel retail!