Juist in dit dronetijdperk lijkt het me verstandiger om de ‘nieuwe’ James Bond die vermoedelijk in 2028 zijn opwachting komt maken, niet aan een bureaustoel te kluisteren noch hem naar een SF- of Cybertoekomst te katapulteren. Beter is het om samen met hem terug te keren naar het begin van de Koude Oorlog. Wat kunnen we, circa zestig jaar later, leren van dat geopolitiek gehannes? Wat was reële dreiging, wat was fake. Gerijpte actualiteit. Kijken door de bril van de jaren zestig om zo het heden beter te kunnen vatten.
Neem Dr. No, de eerste Bondfilm. Prima basismateriaal mits geproduceerd met een kundige twist en intelligent gedraaid door regisseurs die hun klassieken kennen. Inspelend op nieuwe economische realiteiten. Inhakend op de trend dat steeds meer distributiecentra leeg staan door turbulenties in de wereldhandel. Ook in ons land. Buiten de hotspots staan vierkante meters te wachten op huurders. Noord-Nederland spant de kroon met meer dan tweehonderdduizend kale vierkante meters.
Magazijnen liggen nu vol met plannen die op de lange baan zijn geschoven. Zoiets distribueert niet lekker. De groei is eruit. Zo lekker als het ging tijdens en vlak naar corona, zo beroerd is het nu gesteld met de online koopdrift. Andere weerslag van de epidemische periode is dat bedrijven, bang voor kinken in de toeleveringsketen, ruimere voorraden gingen aanhouden. Maar door het geopolitieke jojoën is minder opslag juist weer safer geworden.
‘Het is de supply chain, domoor!’ De uitspraak is van alle tijden. Daarom ideale inspiratiebron voor zowel een contemporaine geschiedenis als een huiveringwekkende plot. Ook voor een James Bond-avontuur. Geen bizar verzinsel maar ‘gewoon’ een story tegen de achtergrond van wat we dagelijks meemaken en om ons heen zien. Traditiegetrouw krijgen we te maken met grootheidswaan. Ditmaal in de persoon superrijke schurk: Beff Jezos. Herkenbaar aan het dwangmatig strelen van een venijnig loerende chihuahua op zijn schoot. Zijn bijnaam El Dorado heeft hij zorgvuldig gecultiveerd door zijn rijkdom puissant te vieren. Jaarlijks, bepoederd met goudstof, neemt hij een duik in mineraalwater uit de enige bron ter wereld die niet is besmet door koolstof-fluorverbindingen, lood of ontsnapte virussen.
Typisch miljardairtrekje: hij is niet langer geïnteresseerd in het ragfijne spel van nog meer geld, goud of goed. Hij wil macht. En niet een beetje. Zoveel mogelijk. Werelddominantie. De baas zijn van alles en iedereen. Maar, begrijp hem goed, hij heeft het goede voor met zijn medemens. Altruïst die hij is, staan hem slechts hun welzijn en welbevinden van zijn medemens voor ogen. Voor hun eigen bestwil kan dat alleen worden bereikt met distributie op maat onder zijn gebenedijd leiderschap.
Zijn plan is om, vanuit zijn geheime hoofdkwartier in het Amazoneregenwoud, alle logistieke hubs stil te leggen. Om zo een keteninfarct te creëren, als opmaat naar een bevoorradingsmonopolie. Door alle logistieke schakels af te knijpen, wil hij koopjesjagers, koopverslaafden en winkeliers dwingen hem uit te roepen tot de enige en ultieme Global Supply Chain Director of the Universe.
Het verhaal ontrolt zich volgens de vertrouwde Bond-trope. Een op drift geraakte containerreus die bij Jemen de toegang tot de Rode Zee verspert, een ondeugend intermezzo met een Finse saunaexploitante, een zompig vuurgevecht tijdens de traditionele Verontwaardiging Biënnale op Tuvalu en – spoiler – een cruciale paddelgame in Pamplona tussen James Bond en de Logistiek Imperator in spe. Ziedaar, het narratief. Oud en vertrouwd. Fris en vers. Smullen bij de toekomst van gisteren.
Vergeet niet dat mensen in de jaren zestig en later niets liever deden dan consumeren. Hoe meer hoe liever. Alles was nieuw. Wasmachines, stoomstrijkijzer, elektrisch scheerapparaat, koelkast, televisie. Een prop in het bevoorradingskanaal zou toen hebben aangevoeld als een regelrechte aanval op het recht op consumptie van de hardwerkende burger. Is nog steeds zo. Wel komen er steeds meer kopers die vinden dat het allemaal wat minder kan. Opruimen, ont-spullen en consuminderen. Geen typische Bond-thema’s. Alcoholvrije wodka. Algenkaviaar. Bonenbitterballen: geen amuses waarop spionnen gedijen. Wel voldoende stof voor conflicten die á la Bond stevig dienen te worden opgelost.
Uit het roezemoezige droesem der welingelichte kringen valt het jaar 2028 te distilleren als het jaar van Bond ‘s herintrede. Hoe te zijn of niet te zijn? Retro of futuristisch. Hypernerveus of kalm en bedaard. Om die vragen draait het. Niet of James een vrouw zal zijn. Of van kleur. Meer dan ooit haakt zijn kernpubliek in radeloze en redeloze tijden naar een aloude redder des vaderlands. Minder misogyn. Meer realiteitszin. In de jaren zestig en zeventig gaven mannen een vrouw niet zomaar een speelse tik op de billen. Droomden ze misschien van maar deden het niet. James Bond fungeerde als alter ego. Bondboeken waren hardgekookte lectuur. Propvol jaloersmakend machismo. Gelezen in een tijd dat een heer nog keurig voor een dame de deur openhield. De Alfa-man in spe stond nog in de wachtkamer waaruit James Bond reeds was vertrokken.
Revisionistisch? Welnee. Een wodka-dry martini die niet is geroerd maar geschud smaakt met een paar druppels Kina Lillet en een dunne spiraal citroenschil écht beter dan zomaar een ‘schijfje citroen’. Gewoon een kwestie van verfijnde smaak. En stijl. Het publiek dat in staat is dat onderscheid te waarderen, wil geen doorsnee wegwerpagent. Dat verdient James Bond.
Casper Jansen