Jodelen. Het is een muzikale uiting die ik danig heb onderschat. Vond het een grappig soort zingen. Vrolijk vooral, prettig voor wie woorden tekortkomt. Daar denken de Zwitsers heel anders over. Zij vinden jodelen immaterieel cultureel erfgoed. Vergelijkbaar met blazen op een Bulgaarse doedelzak, dobberen in IJslandse warmwaterpoelen en vervaarlijk acrobatisch krijgsdansen uit Mozambique.
In het Alpenland jodelen meer dan twaalfduizend Zwitsers. Ze jodelen tijdens concerten, festivals en wedstrijden. Vaak in traditionele kledij, summier begeleid door een Zwitserse accordeon. Alleen, die accordeon is Oostenrijks van origine, zoals de koekoeksklok uit het Zwarte Woud stamt en de alpenhoorn van overal en nergens. Zo zijn het zelfs niet louter Helvetiërs die zich bekwaamd hebben in de beoefening van het abrupt wisselen van lage borststem naar hoge kopstem.
Veel van wat Zwitsers lijkt, mag dan van andere oorsprong zijn, maar de Zwitserse bergen lijken zich bij uitstek te lenen voor een jodelstijl, gekenmerkt door lange melancholische lijnen, akoestisch beloond door weerkaatsing van de aaneengeregen ‘ho’, ‘li’ en ‘la’ door gletsjer na bergwand. Het kan ook anders. In Beieren jodelen ze ook. Vooral sneller. Zo rap dat de klanksuccessie van betekenisloze lettergrepen veel lijkt op het gooien van een handvol glazen knikkers in een zinken emmer. Kwestie van appreciatie.
Beide zangtechnieken zijn in niets vergelijkbaar met de bedompte echo die Nederlanders uit de Veluwse echoput plegen op te roepen. ‘Wat is de burgemeester van Wezel?….’Ezel’. Hoe hilarisch is dat? Desondanks zijn er ook in ons land fervente jodelaars te vinden. Of zij ook meedoen aan wedstrijden en met geoefende kelen naar alpiene sferen trekken, waag ik evenwel te betwijfelen. We zijn immers een land zonder echo’s. Dan jodel je dus een ongelijke strijd.
Het ziet er evenwel naar uit dat de Nederlandse jodelkansen op deelname toenemen. Heeft te maken met het smelten van gletsjers. In rap tempo. Overal ter wereld. Alleen al in Zwitserland zijn er meer dan duizend van die bevroren ijsrivieren verloren gegaan. Met het verlies aan gletsjers raken tevens de echo’s hun draagwijdte kwijt. Het verval van het alpiene jodelen dreigt.
Door het reeds meer dan dertig jaar uitblijven van de Elfstedentocht weten wij hoe dat voelt, een traditie kwijt raken. De tocht naar het intergouvernementeel Comité voor de Bescherming van Immaterieel Erfgoed lijkt onvermijdelijk. Voor het Nederlandse jodelen geldt dat niet. Hier staat deze overgewaaide volkskunst nog in de kinderschoenen. Hier liggen kansen voor het laaglandse jodelen.
We hebben genoeg snelwegen met geluidwerende wanden om jodelklanken te herdefiniëren. Nu wij het Eurovisiesongfestival aan ons voorbij laten gaan, voorzie ik initiatieven voor een Jaarlijkse Jodel Juul. Hoofdprijs een geanodiseerde appel, geperforeerd, vanwege de herinnering aan de Zwitserse volksheld Wilhelm Tell.
Tradities beginnen vaak klein. Zo stel ik me voor dat ook het jodelen ooit in de beslotenheid van een ‘niemendalletje’ is begonnen. Gewoon dichtbij huis. Om de koeherders op de alpenweide te waarschuwen dat het tijd was voor het avondeten; kaasfondue, raclette of rösti. Heeft iets gezelligs.
Hoe bereiken wij, in een land zonder bergen en dalen, die Zwitserse sfeer van knusheid waarmee het jodelen zo nauw is verbonden? Niet zo moeilijk. Koop zo’n ouderwetse fijnspar, ga in een kring zitten rond de kerstboom en jodel samen zachtjes voor je uit. Gedragen door de, zich vermengende, ademtochten zullen de geur van dennennaalden en het parfum van hars de ruimte vullen met een aromatisch alpenlied. Een eigen Sound of Music, vol hervonden authentieke kerstgevoelens.
Fijne feestdagen met veel gezelligheid en vrolijk gezang toegewenst!
Casper Jansen