Gedurende vierhonderd jaar deelden Vikingen en Inuit een ‘buitenpost’ die het verst van Scandinavië af lag. Totdat de allochtonen opeens van het toneel verdwenen, totaal. Waarom? Wat was er gebeurd? Subiete klimaatverandering? Werd het de Vikingen soms te koud onder de voeten? Waren ze te slordig omgegaan met het groene milieu rond de fjorden? Het enige wat vast staat is dat de Inuit – de oorspronkelijke bevolking – bleef en dat het de Viking – de aangelande – op de een of andere manier niet lukte om zijn Noordse ‘way of live‘ duurzaam aan te passen aan een nog ‘guurdere’ omgeving.
Er gingen eeuwen voorbij voordat nieuwe Vikingen naar Groenland kwamen. Ditmaal uit Denemarken. Ze vestigden zich aan de westkust. Kennelijk hadden ze er zin in want de noemden die plek ‘Goede Hoop’. Het huidige Nuuk. In 1814, het jaar voordat Napoleon de Slag bij Waterloo verloor, werd Groenland officieel onderdeel van het Deense koninkrijk. Tegenwoordig als een autonoom gebied. Die relatie doet staatsrechtelijk een beetje denken aan Aruba en Sint-Maarten, de overzeese Caribische rijksdelen. Een wankel evenwicht, ontstaan uit bevoogdende attitudes, koloniale achteruitstelling en ander onfatsoen, dat nog doorwerkt in het heden. Gezellig om er te zijn maar die gemoedelijkheid slaat snel om zodra er bestuurlijke – en financiële – kwesties dienen te worden aangesneden.
Maar het kan nog ongezelliger, zo bleek. De Amerikaanse president was nog niet eens ingezworen, toen hij verklaarde dat hij Groenland wilde hebben. Het eiland ligt strategisch gepositioneerd; vandaar dat de Amerikanen er al sinds het uitbreken van de Koude Oorlog een militaire basis hebben. Gezien de gemiddelde temperatuur op Groenland, vroeg ik me af hoe de Inuk die periode van aanhoudende politieke en militaire spanning tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, met hun respectievelijke bondgenoten, zouden hebben genoemd. Wat is de overtreffende trap van koud? Bitter? Bar & Boos?
Pituffik is het enige stukje Groenland dat je ‘Amerikaans’ zou kunnen noemen. Maar meer ook niet, benadrukte de Deense minister die zowel de buitenlandse zaken van Denemarken als van Groenland in portefeuille heeft. Een ‘verenigde staat’ is beter voor de plaatselijke bevolking – wie wil er nu geen Amerikaans paspoort hebben – klonk het vanuit Washington. In Nuuk was niet iedereen overtuigd. ‘We willen Deens noch Amerikaans zijn. We willen vrij zijn’.
Dat die vrijheid opeens in gedrang komt, heeft niet alleen te maken met de hebberigheid van de Amerikaanse president. Door het smeltende ijs ontstaan er vaarroutes die voorheen als onbegaanbaar en dus onbestaanbaar werden gekwalificeerd. Militairen menen dat daardoor de veiligheid van de noordflank van USA en Europa in het ongerede – onbeschermd – is geraakt.
Een minstens zo heet geopolitiek hangijzer is dat op Groenland 43 van de 50 zeldzame aardmetalen in ‘de koeling’ liggen. Niet dat dit groot economisch nieuws is voor de plaatselijke bestuurders. Zij snappen ook wel dat je alleen met garnalen en heilbot geen solide economie kunt opbouwen. Maar mijnbouw en ijs combineren slecht. Van een stormloop op de essentiële mineralen is, ondanks het potentieel, dan ook vooralsnog geen sprake. Rest de vraag waarom de Verenigde Staten Groenland wil inlijven. Met alle geweld, zelfs. Vreemd pestgedrag van de ene NAVO-partner tegen een ander lid. Vermoedelijk zijn de Denen na dat ‘niet te weigeren aanbod’ van de Amerikaanse president met de Secretaris-Generaal van de NAVO in conclaaf gegaan. Op het gevaar af dat hun zorgen door hem zouden worden weggewuifd, hebben ze hem waarschijnlijk op de man af gevraagd of hij een artikel in het verdrag kende dat voorziet in de mogelijkheid om een land of landsdeel van een bevriende natie op te kopen. Zo niet, hoe maken we dat een wilde, woeste, wolharige olifant met territoriumdrift op z’n fluweligst duidelijk?
Casper Jansen