Hebben ze in India een vooruitziende blik, of zo? Want straks kunnen we vanaf Lelystad Airport niet alleen F35’s zijn vliegen, maar kunnen we zelf ook rechtstreeks naar net zo’n luchthaventje vliegen, ergens in India. In dat land zijn ze al een tijdje druk overal vlieghavens uit de grond te stampen. Verspreid over een land dat 80 keer zo groot is als Nederland.
De manier waarop heeft wel wat weg van de ‘Lelystad-Methode’. Je legt eerst een vliegveld aan en wacht dan net zo lang totdat de tijd rijp is om er ook vliegtuigen te laten opstijgen en landen. Zie je niet vaak, zo’n verstrengeling van korte- en lange termijnbeleid, steunend op de verwachting dat de komst van een aerodroom de regionale economie zal aanslingeren, en niet eerst bedrijven lokken en dan de piloten. Klinkt oliedom als het politiek tegen zit en het er maar niet van komt en reuze visionair als de kansen keren en de opzet slaagt.
Goed bezig dus, daar in India, zou je zeggen. Maar tevens het halve werk. Want wie zich een beeld in de toekomst vormt, is er niet zonder meer van verzekerd dat hij er ook arriveert. Daar heb je missies voor. Visies wijzen de weg, stippelen uit, wakkeren aan. Missies voeren uit, houden het doel voor ogen, plaveien de weg naar morgen.
Daadkracht roept ook vaak weerstand op. Ambities prima. Maar is het allemaal wel goed doordacht. Bij elk bestuurlijk – of bedrijfsproces verschijnen er zulke beren op de weg. En even vaak worden ze door de probleemeigenaars weggeschoten. Niet dralen, we moeten dóór! In Delhi wijzen ze erop dat India al langer dan vandaag wordt gezien als een markt met een enorm potentieel en dat de mogelijkheden tot verwezenlijking lang genoeg zijn verkend. Hoogtijd om te handelen. Om de groeicapaciteiten te ontwikkelen en te benutten. Niks om je voor te schamen, natuurlijk. Moeten we doen. Ons – hetzij als natie dan wel unie van landen – weerbaar maken in een wereld waar machtspolitieke grilligheid de nieuwe norm is.
Geen geopolitiek realisme zonder geografisch fijn getunede logistiek. Met luchttransport als een van de vervoersmodaliteiten. Zeker met die enorme afstanden, in zo’n enorm land als India. Criticasters vinden echter de luchtvaartaspiraties te hoog gegrepen. Het tempo te hoog en de expansie te ongecontroleerd. Het halsoverkop waarmee iedereen in een vliegtuig moet, vinden zij populistische uitsloverij en economisch wensdenken.
Volgens de pezewevers is de welvaartkloof wijder is dan politici hun kiezers – en zichzelf wellicht – willen doen geloven. Gaat heus nog een poosje duren voordat de brede welvaart zoveel Indiase huishoudens heeft bereikt dat het tonen van een boardingpass gemeengoed is geworden. Neem het reizen per trein. In India een beproefd vervoersmiddel. Dat door elektrificatie, in plaats van ‘bovenop’ alleen nog ‘in’ de meeste treinen kan worden plaatsgenomen, gezeten, mag een comfortkwestie zijn. Voor de rest wil het alleen maar zeggen dat voor menige Indiër een treinreis er niet goedkoper op is geworden.
Het opklimmen van de laagste naar de hoogste van de tien klassen zal nog heel veel meer bestaanszekerheid vergen voordat het vliegtuig binnen bereik komt. Eenmaal zo hoog gestegen op de sociaal-maatschappelijke ladder dat de Maharadja Express binnen bereik is gekomen, is het overigens nog maar de vraag of vliegen, qua perspectiefwisseling, dan nog wel zo impressionant is voor iemand met de status van een yup. Wie zich wel eens genoodzaakt zag een budgetvlucht te boeken, zal zich terecht afvragen waarmee de modale Indiër beter af zullen zijn. Of het moet zijn dat, gezien de enorme afstanden, de notie van het verschil tussen een goede buur en een verre vriend een andere dimensie zal hebben dan bij ons.
Op Nederlanders die bij hun contacten met de overheidsinstituties wel eens te maken hebben gehad met gebrek aan bestuurlijke souplesse en empathisch gebrek, zou het wellicht vreemd kunnen overkomen dat de zaken in India zo vlot en met zoveel bravoure worden afgewikkeld. Worden ze daar niet gehinderd door krimpplannen, stikstofruimte of bulderbanen. Hebben de inwoners van de 736 districten, verdeeld over 28 deelstaten en 8 andere bestuurlijke gebieden, geen achtertuinen. Slapen Indiërs soms dieper?
Hoop zo voor de Indiase burgers dat ze door hun overheden niet behandeld worden als ‘burgers’ van fastfoodrestaurants: even naar kijken, doen of er wordt geluisterd, en dan: hap, slik, weg. Hoe mooi zou het zijn als de besluitvorming niet wordt vervuild door branie en bravoure. Maar zich voltrekt volgens zo’n ouderwetse Bollywood film: energieke choreografie, welluidende klanken en een zwijmelafloop.
Ik weet ’t niet! Zou kunnen!
Wat ik – vooruitlopend op het vrijhandelsverdrag dat de EU met India nog in 2025 wil sluiten – wel weet is dat in India de kansen voor het grijpen liggen om tot slimme logistieke concepten te komen. Slim gebundelde logistieke diensten bijvoorbeeld. Ik zou zeggen: nu jullie toch zo aanstekelijk bezig zijn, leg dan niet alleen vliegvelden aan voor personenverkeer, doe er meteen een distributiecentrum bij voor vracht, maak een start- en landingsbaan voor militaire straaljagers, en bouw een currytent voor de lekkere trek. Alles op de groei. Hub + Hub + Hub + Hub. Een droomscenario á la Lelystad.
Casper Jansen