Het is denkbaar dat ze op het provinciehuis te Assen niet geweten hebben dat ze voor een succesvolle lobby voor het binnenhalen van de NAVO-top, bij de Nederlandse geheime dienst hadden moeten aankloppen. Want die organiseerde het spektakel. Maar ja, geheim, hè! Deed me denken aan ‘Yes, minister’, die onovertroffen geestige Engelse tv-serie over wie het op de ministeries eigenlijk voor het zeggen heeft: de minister of de ambtenaar.
Actuele vraag, nog steeds, ook in Den Haag. In een heerlijke scène klaagt de minister bij ‘zijn’ Secretaris-Generaal over de geheime dienst; dat die zo vaak in de krant staat. In weerwil van dat feit weigert de hoge ambtenaar elk commentaar. Zijn argument is dat de geheime dienst zo geheim is dat die officieel niet bestaat. Ergo, is het hem niet toegestaan er een zinnig – of zelfs maar onzinnig – woord over te zeggen. Niet bevestigen noch ontkennen. De werkelijkheid als schaduwtheater.
In Nederland kunnen de beambten, werkzaam bij de twee inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gewoon worden opgezocht op websites. Niks geheims aan. Valt er dan helemaal niets te verbloemen? Als dat al zo is, dan zou dat de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) moeten zijn. Het takenpakket van deze ‘derde’ instantie is zo veelomvattend dat onwillekeurig de vraag opborrelt wat ze eigenlijk niet doen en wat die andere twee instanties nog om handen hebben.
We kenden de Coördinator tot nu toe vooral van de periodieke bekendmaking van het dreigingsbeeld. Behalve een klimmende ongerustheid weet ik – behalve goed opletten en om me heen kijken – nooit zo goed wat ik aan moet met die ongetwijfeld consciëntieus gewogen informatie, Wat doe je bijvoorbeeld bij ‘restdreiging’? Denk daarom dat de insiders – de jagers op spionnen en terroristen – er meer lol aan beleven dan wij: de outsiders, de burgers voor wiens veiligheid pal wordt gestaan.
Onze geheime diensten mogen dan niet vreselijk geheim zijn. Je kunt hun openbaarheid ook overdrijven. Zo kennen we sinds kort de professionele regelaar van de NAVO-top bij naam. Pieter-Jaap Aalbersberg werd niet moe voor radio en tv uit de doeken te doen dat het geheim van een veilige conferentie primair een logistieke kwestie is. Een vlekkeloze coördinatieketen was het halve werk; meer zelfs.
Zo moesten we niet denken dat hij voor deze gelegenheid was bekleed met buitengewone bevoegdheden of een supercommando. Niks eigengereidheid of persoonlijke initiatieven. Bij calamiteiten zou hij zich gewoon verstaan met een soort Driehoek-Plus. Hét overleg om knotse knopen door te hakken en haken in ogen te steken. Plotsklapse chaos diende ordelijk bestreden te worden. Hij zei het niet met zoveel woorden maar tussen het geruststellende geneuzel door meende ik toch te horen: ‘Zelfs bij calamiteiten acteren we volgens de regels en laten we ons niet verleiden door glamour á la James Bond’.
Wil best geloven dat de man van NCTV – mijn naam is: Jaap, Pieter-Jaap Aalbersberg – geen getrainde piloot, scherpschutter, autocoureur, kaartspeler, skiër, bomexpert, diepzeeduiker is noch een obsessieve vrouwenverleider en wellicht evenmin liefhebber van cocktails. Al mogen we toch hopen dat dergelijke kwaliteiten bij zijn collega’s, de NCTV–professionals in het veld, in meer of meerdere mate zijn belegd.
Nee, het was vooral zijn apaiserende stijl waardoor ik bij ‘onze’ terroristenjager iets van depreciatie proefde jegens de Britse geheimagent die het spionagemetier juist heeft ontdaan van een schaduwrijke ‘mantel en dolk’ – beduimeldheid en het juist daardoor zoveel glans schonk. Sterker nog, in Groot-Brittannië wordt James Bond beschouwd als een ‘held’. De man doe de Britten hun danig geslonken zelfvertrouwen teruggaf. Geen geringe prestatie voor een fictief personage. En laat ik eerlijk zijn: ‘onze’ Pieter-Jaap, na Koningin Maxima, met een feestelijke parachute uit een vliegtuig zien springen boven de Johan Cruijff Arena is een tafereel dat mijn voorstellingsvermogen toch écht te boven gaat.
Wie de schaarse beelden van de NAVO-top heeft gezien, zal het zijn opgevallen dat iedereen zich per auto voortbewoog. Een geblindeerde stoet, met vlaggetjes, en een cavalcade van motoragenten die er stuk voor stuk zo breed uitzagen dat het een wonder was dat ze nog op hun ploffiets pasten.
Van James Bond is bekend dat hij van mooie auto’s hield. En hij niet alleen. Van de speelgoedversie van ‘zijn’ Aston Martin DB 5 gingen destijds meer dan 4 miljoen exemplaren over de toonbank. Een mobiel om in te racen, aan te vallen én te verdedigen. ‘Een complete auto’, volgens de autoverkoper in de showroom.
Maar een logistiek expert met Drentse wortels zou er in de voorbereidende NCTV-vergadering ongetwijfeld op hebben gewezen dat elke beveiligingssituatie om een specifieke mobiliteitsmodus vraagt. En zijn gehoor hebben herinnerd aan scènes uit de Bond-canon waarin Bond en zijn beeldschone Chinese collega de show stelen op de grootste, zwaarste motorfiets – BMW R 1200 C Circuit.
Te vrezen valt dat de Commissaris van de Koning in Drenthe haar James Bond – klassieken niet kent. Ik wil niet zo ver gaan om te spreken van verzuim. Maar voor een rijksfunctionaris, verantwoordelijk voor het toezicht op de openbare orde en veiligheid en coördinerende instantie bij het bestrijden van rampen en crises in de provincie, is dat toch een minpuntje. Vakkennis, tenslotte. In aanvulling op de lokroep: ‘Voel de rust. Kom naar Drenthe’ had zij de organisator van de NAVO-Top kunnen verleiden met, sinds jaar en dag opgebouwde, veiligheidsmaatregelen in een unieke omgeving waarin de superbike al honderd jaar centraal staat. Jammer. Wie weet waar de NAVO dán zou zijn neergestreken. Maar dat zal altijd wel een goed bewaard geheim blijven. Casper Jansen