Gaat het in de media over geheimen diensten, dan is James Bond nooit ver weg. Dan popt de meesterspion op, als een duveltje uit een doosje. Het vaakst in Britse kranten. Dit keer met ‘brekend nieuws’ over de benoeming van de eerste vrouw als baas van een van de Britse geheime diensten. MI6 nog wel. James’ toenmalige chef – M – was zelf geen spion geweest. De ‘chief’ van nu wel. Als antropologe werkte ze eerst bij MI5, de nationale bestrijder van verholen zaken en lokale geheimenissen. Daarna ging ze aan de slag in het Midden-Oosten. Daar was zij druk met complotten onschadelijk te maken met behulp van kunstmatige intelligentie.
Een cybergirl. AI7 in plaats van 007. Klinkt nogal gewoontjes. Zoals het de handel en wandel van een directeur-generaal van een spionagedienst betaamt. Want gewoon doen wordt in de branche gezien als een van de meest opvallende kenmerken van een geheim agent. Het heeft daarom iets paradoxaals dat iedereen weet wie zij is en wat ze doet. Maar zij is ook de enige. Verder weet niemand aan wie zij leidinggeeft.
Haar benoeming was een niet te missen moment voor de producenten van de Bondfilms er fijntjes op te wijzen dat ‘hun James’ al dertig jaar geleden een vrouwelijke leidinggevende had. Aanvankelijk geen gemakkelijke werkrelatie. Dat de producenten en scriptschrijvers van ‘Golden Eye’ zich toen terdege bewust waren van veranderende tijden werd weerspiegeld in de dialoog tussen die twee.
‘Je vindt me maar niks, hè Bond. Je houdt niet van mijn methoden. Je dunkt me een boekhouder, een kommaneuker, meer geïnteresseerd in mijn cijfers dan in jouw instincten’.
‘Kan niet ontkennen dat die gedachte bij me is opgekomen’.
‘Prima, want volgens mij ben je een seksist, een misogyne dinosaurus. Je bent een antiek overblijfsel van de Koude Oorlog….’
Dat zette toen de toon. Met al zijn charmes intact boog de ‘bioscoop-Bond’ voor de tijdgeest. De originele Bond werd er een tikkeltje door ‘ontbonden’. Geen speelse tik meer op de bips van een beeldschone vrouw noch libido-zwangere toespelingen. Taboe! Het compenserende ‘fysieke geweld’ jegens mannelijke tegenstanders dat ervoor in de plaats kwam, werd abstracter, explosiever en heel erg 00.
Inmiddels is de promotie voor de nieuwe Bondfilm begonnen. Werd tijd: de première van ‘No Time to Die’ was in 2021. Zoals gebruikelijk worden de nieuwtjes karig en tantaliserend opgediend. Sluw geserveerd met nieuwsgier prikkelende ditjes en datjes. Het eerste liflafje is de regisseur van de film. Een Canadees die weet hoe kaskrakers te maken en Oscars te winnen. Bekendgemaakt door Amazon MGM Studio’s, de nieuwe eigenaar van alle rechten die op de een of andere manier gelinkt kunnen worden aan de beroemde Britse spion.
Dat belooft wat! Maar wát eigenlijk? Na de cinematografisch incontinentie van de voorlaatste films – laat alles maar lopen, laat alles maar ploffen, laat alles maar in de lucht vliegen – leken de finale stuiterende druppels uit de rondtollende geweldsspiraal te zijn weggeslingerd en verdampt. Bond was letterlijk en figuurlijk aan het eind van z’n Latijn gekomen.
Wie we ook kennen, is de scenarist voor de nieuwe ‘Bond’. Het is de man achter de Britse hit serie over boeven met popi-petten die na de Eerste Wereldoorlog in Birmingham dingen doen die niet mogen maar toch worden gedaan. Historie, drama, onderwereld versus bovenwereld. Morsig met een vleugje Bondglamour. Zo deden de, in die oogverblindende petten verstopte, scheermesjes me onweerstaanbaar denken aan de bodyguard van ‘De Man met de Gouden Vingers’ boven wiens grimmig grommende tronie een bolhoed prijkt.
Gezien zijn gestreepte broek en pandjesjas die uitsluitend – met een gesoigneerde Grijze Topper op de adellijke schedel – worden gedragen tijdens de paardenrennen, een complete mismatch en een tot mislukken gedoemde poging om voor Engels door te gaan. Toentertijd maakten hoeden de Engelsman. Bowlerbolletjes, Hogezijden, Homburgs oftewel vilten gleufhoeden met lint, hertenstalker á la Sherlock Holmes. Maar puntje bij paaltje is het niet de hoed die de Engelsman maakt maar de persoonlijkheid van de drager die de hoed maakt.
De deksel klusjesman van de ‘Man met de Gouden Vingers’ is bepaald geen gentleman. Hij hanteert zijn hoofddeksel als een pet. Om hinderaars van zijn broodheer letterlijk de pas af te snijden, behelst de rand van de dophoed een vlijmscherpe stalen disk. Mits geworpen als een frisbee, met de panache van een Ninja-ster, werkt deze bowlerhoed even doeltreffend als een guillotine. Stoppower waarvoor James zijn hoed zou afnemen. Ware het niet dat dit werpwapen geen gadget is en het hoofd beklemt van niet zo’n gesoigneerde tegenstander.
Casper Jansen