‘t Is weer voorbij, die mooie zomer. Lekker lui of druk met andermans cultuur. Zoals dat stelletje Amerikanen dat op Groenland niet doende was met een survey naar vakantiepotenties van dit autonome gebied binnen het koninkrijk Denemarken. Maar bezig was bij de inwoners informatie in te winnen over hoe ze erover dachten om Amerikaan te worden. En zo ja, brandde er dan in hun politieke binnenste wellicht ook het revolutionaire vuur om mee te doen aan pro-VS demonstraties. Of, als dat te veel gevraagd was, de Deense bemoeizucht op het gebied van defensie en buitenlands beleid luid en duidelijk te bekritiseren. Kortom, geen zomers gebabbel voor aan de rand van een zwembad.
Waren de Denen niet blij mee, met dat gestook. Vonden ze buitenlandse inmenging. Was het ook. Van een NAVO-bondgenoot nog wel. Dachten toch voldoende duidelijk te hebben gemaakt in Washington: Groenland niet te koop. Niet het sterkste tegenargument. Een eenvoudig rekensommetje laat zien dat de 650 miljoen dollar die de Denen jaarlijks in Groenland steken, een schijntje is, vergeleken bij wat de Amerikanen kunnen neertellen. Dus wat de bewoners van Groenland en Denen in een gezamenlijk statement aan de Yankees hadden moeten verkondigen, was dat ‘hun’ eiland geen koopwaar is. Landen worden niet bij opbod verkocht. Bestaat geen markt voor.
Wat te doen? Samen koelbloedig een arctische vuist maken met buurland Canada? Aan welk land immers een soortgelijk inlijvingsvoorstel is gedaan. Lastig, lastig! Geopolitiek is een spel dat eigenlijk volgens de regels van de evolutie gespeeld zou moeten worden, zo menen diplomaten. Maar het ambacht van het vreedzaam van de ene machtsbalans naar de andere bewegen, is op z’n retour. Tegenwoordig is een anti-darwinistische spelregel in zwang waardoor, vanwege een of andere zotte zakelijkheid – bluf of troef – niet langer de meest aangepaste maar de sterkste er met de buit vandoor gaat. Powerplay waarmee beide naties weinig vertrouwd zijn.
Zij waren notabene zojuist bekomen van een fatsoenlijk oorlogje tussen hen beiden. Een regionaal conflictje dat, qua impact, nietigheid en beslechting, grote overeenkomst vertoonde met de paskwillen die doorgaans aan Rijdende Rechters worden voorgelegd. Daar de Sleeënde Magistraat?
Het lijkt er wel eens op dat overal op de wereld oorlogen worden gevoerd maar deze was mij toch ontgaan. Ging om een eilandje – sommigen spreken van een kale rots – gelegen op de mariene grenslijn tussen Canada en Groenland. Wat de begeerte van beide regeringen opwekt, is de aanspraak op de visgronden en, mogelijk zelfs, de bodemschatten eronder.
Kouwe drukte, zou men zeggen, daar in het noorden. Maar wél een slepende kwestie. De impasse werd doorbroken nadat de Deense minister er helemaal klaar mee was, de boot nam en een Deense vlag op het rotsje plantte. Vergezeld van een bordje met ‘Welkom op dit Deense eiland’ en een fles Deense kruidenbitter. Hoe smakelijk de alcoholische versnapering ook geweest mag zijn, de territoriale geste ontlokte de Canadezen geen bevrijdende lach noch vermurwde het de ‘Canucks’ tot het opgeven van hun claim. Bij wijze van tegenoffensief staken zij een eigen welkomstbord in de grond, en deden er een fles whisky bij. Zelden werd een Whisky-on-the-Rocks zo geestig geserveerd.
Inmiddels is de vrede getekend. Of dit ‘whisky-oorlogje’ beide naties deze zomer nader tot elkaar heeft gebracht nadat de Amerikaanse president te kennen had gegeven Canada en Groenland op zijn bucketlist te hebben gezet, is mij eerlijk gezegd ontgaan. Misschien maar goed ook want als de Tarievenman in Washington erachter komt dat gewoon een vlag planten voldoet om aanspraak te maken op een wijde omgeving, dan ‘zwaait’ er nog wat. Want het barst er in het Witte Huis van de vlaggen.
Even werd gedacht in Kopenhagen dat de aandacht van de Tarievenman mogelijk ondergesneeuwd was geraakt door allerlei gedoe in de Amerikaanse gerechtshoven. Maar een acuut tekort aan ahornsiroop voor op de pancake en een uitsloverig rapport van de drie Amerikaanse staatsburgers die de voorbije zomer hebben gebruikt om te infiltreren in de Groenlandse samenleving, en het spel is opnieuw op de wagen. Een fles whisky of aquavit om het ijs te breken, biedt helaas geen soelaas omdat, zoals bekend, de Amerikaanse president een Colaman is.
Casper Jansen