Dat handelsoorlogen van alle tijden zijn, wordt ons deze week weer eens flink ingepeperd: de President van de Verenigde Staten heeft aangekondigd dat Europa niet voldoende in de pas loopt en dus hangt er weer de dreiging van nieuwe importheffingen boven de markt. Is het ook werkelijk een oorlog? Of eigenlijk meer ‘een soort van’. Noem het hoe je wilt – bevrijdingsoorlogje – feit is dat er tijdens dit nieuwste handelsconflict op containerschepen nog geen admiraal aan het roer is gesignaleerd.
Laat ik het zo zeggen: er wordt wel bars gebulderd maar er klinken geen kanonnen. Trouwens, dat moordenbrandgeschreeuw komt niet van de Russen of de NoordKoreanen maar van diezelfde President van de Verenigde Staten. De oranjeman in het witte huis. Hij vindt dat zijn landgenoten door de ‘handelaars in de wereld’ zijn genaaid. Daarom wil hij dat de rest van de wereld, via heffingen, de tekorten op de handelsbalans van zijn land compenseert.
Uiteraard ligt het ingewikkelder. Maar simpelweg komt het erop neer dat de Man in Washington wil dat voortaan cowboyfilms in eigen land worden gedraaid. Volgens hem is het economisch onverteerbaar dat in Westerns, revolver duels worden beslecht in een Kroatische Saloon en indianen op Spaanse prairies worden uitgemoord. En dat kon niet op veel bijval rekenen. Niet bij de Europese producten noch in Hollywood. Gefronste wenkbrauwen en zorgelijke gezichten, overal. Schrikkerige reacties zelfs. Wat wil de Grote Dealmaker daarmee bereiken?
De uitwerking van het presidentieel gegalm op alle Amerikaanse handelspartners, deed me denken aan zo’n geluidskanon, dat nieuwe angstaanjagende wapen tegen terroristen op zee en demonstranten in de straten. In Servië, waar het geluidkanon is ingezet bij een grote demonstratie, omschreef iemand het effect ‘als een vreemd gevoel vanbinnen: een combinatie van leegte, angst en verwarring’. Wat mij trof als een perfecte parallel met de wereldwijde onthutsing.
Een staat van verwarring waaraan de meeste regeringen zich nog steeds niet geheel en al hebben weten te onttrekken. Niet in de laatste plaats omdat de meeste economen niet snappen wie bij dat gekloot met die dreigtarieven goed garen spint.
Deze hele heffingenheibel heeft wel iets weg van een slordig gefabriceerde complottheorie. De president ziet verbanden die er wel zijn – handelstekort versus handelsoverschot – maar de uitwerking: ‘Amerika versus de rest’ rammelt. Samenzweerders zijn we: Chinezen, Europeanen, Canadezen, Mexicanen, wij allemaal. Eenmaal opgesloten in zo’n paradigma is er geen ruimte voor rationelere invloeden van internationale kapitaalstromen, toeleveringsketens en wisselende geografische omstandigheden.
Waar we op het wereldtoneel naar kijken, is een blufpokeraar. Echter, dat veronderstelt dat hij niet altijd de goede kaarten heeft maar doet alsof. Alleen is dat niet hoe de ‘pocher par excellence aan tafel zit’. Hij heeft altijd Royal Flush in zijn zelf gecreëerde Casino Royaal. Bij wie het hoofddoel van beprijzen is om geprezen te worden, ontstaat geen ruimte om in te zien dat niet alleen de VS zielig zijn maar dat de hele wereldeconomie uit evenwicht is. Zoiets precairs los je alleen op door van de waagschaal over te stappen op de weegschaal.
Volgens financiële experts moet de VS niet de jij-bak hanteren maar eerst beginnen het eigen begrotingstekort naar beneden te krijgen. Als China tegelijkertijd minder op de export gaat leunen en de EU eindelijk de eigen economie stroomlijnend te lijf gaat, dan ontstaat er een equilibrium waarbij bij de economische machten de noodzaak wegvalt om elkaar te beoorlogen. Hoogstens wordt het dan samen vechten voor mondiale voorspoed. Klinkt best overtuigend en zo. Maar of de brede pennenstreken van deze analyse nou precies vertegenwoordigen wat Ockham met de scherpte van zijn scheermes bedoelde, ik weet ’t niet!
Inmiddels is de wereld verzeild geraakt in een balorige krachtmeting tussen de Verenigde Staten en de rest van de wereld. De logistieke koude douche die daardoor over de vrachtvaart is uitgestort, kent zijn weerga niet. Ik zou niet willen beweren dat ‘vitale lichtheid’ de meest kenmerkende eigenschap is van de gemiddelde containerreder. Maar wat we de afgelopen weken zien, is bijna het tegenovergestelde. Containervervoerders weten ze niet waar ze het zoeken moeten. Midden op de oceaan wenden schepen pardoes het steven naar andere bestemmingen. Maar goed dat er zoveel oceaan is. Anders zou de ramkoers waarop de Verenigde Staten ligt, ook nog weerspiegeld worden in aanvaringen op de maritieme routes.
Bij de rederijen is het ondertussen ‘alle hens aan dek’. Titanic-momenten. Maar dan zonder die gevoelige muziek erbij. Er moet worden geschoven met de inzet van schepen maar de vooruitzichten zijn nog beroerder dan tijdens het begin van de coronacrisis. Dat komt niet alleen doordat fabrikanten zich aan het beraden zijn omtrent nieuwe productielocaties maar ook vanwege onduidelijkheid over de keten. Want die rammelt. Zo wil de een als de wiedeweerga verschepen, nog voordat de heffingen van kracht worden terwijl de ander liever wacht totdat de hoogte van het tarief is uit-onderhandeld.
Ondertussen lijken de capriolen rond de nieuwe heffingspercentages die President Trump aankondigt, iets van hun absurditeit kwijt te raken. Niettemin blijft de invoering ervan nog zo onvoorspelbaar dat het voor bedrijven ondoenlijk wordt prognoses op te stellen die verder reiken dan de slagen om de arm van de president.
Wie het extra zwaar te verduren hebben, zijn de Chinese rederijen. Zij moeten aanmerkelijk hogere havengelden betalen. Met in hun kielzog ook andere rederijen die met in China gebouwde containerschepen – en dat zijn er heel veel – willen laden en lossen in Amerikaanse havens.
Door het wispelturige handelsbeleid van de VS neemt wereldwijd de handel af waardoor in de containervaart overcapaciteit dreigt. De combinatie van schepen uit de vaart halen, het versneld slopen van exemplaren van Chinese makelij, het annuleren van de levering van bestelde schepen en het uitstellen van opdrachten voor de bouw van nieuwe schepen is niet alleen ingrijpend op de korte termijn maar zal voorspelbaar repercussies hebben voor de boekingen van containerruimte op schepen en in havens. Het stelt de opdrachtgevers van SCEX allengs voor een hoop uitdagingen bij het organiseren van hun aanvoerketens. Voor de korte en de wat langere termijn!
Want neem nou de kerst. Wat voor de shopper iets voor de lange termijn mag lijken, is voor ketenspecialisten een korte termijnkwestie. Bij tuincentra, winkels en onlineleveranciers die in het najaar de kerstspulletjes in huis willen hebben, groeit de onrust. Worden de decemberparafernalia nog wel op tijd geleverd? En tegen welke transportkosten? Of breken er gouden tijden aan voor kringloopwinkels en vintage. Spannend! Voor alle kerstfeestvierders. Ook voor de achterban van de Grote Dealmaker. Heel veel ’typisch Amerikaanse’ kerstproducten zijn immers ‘Made in China’.
Blijft de hoop in deze bange dagen dat niemand – Amerikanen noch Chinezen – straks het verwijt wil krijgen de wereld te hebben opgescheept met een kale kerst. Is die hobbel eenmaal genomen, dan ontstaat als vanzelf de Epifanie van het inzicht dat handelsoorlogen en ‘vrede op aarde’ nimmer te verenigen zijn.
Casper Jansen