Door Europa
Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond […]
Voor de mensen van Natuur en Milieu had de anti-wegkijkwet wel wat meer ‘anti’ gemogen. Zij vinden dat de multinationals kans hebben gezien – en gekregen – om zich eruit te lobbyen. Vonden ze te ingewikkeld. Wat de klimaatmensen, op hun beurt, dan weer ingewikkeld vinden. Want als zulke bedrijven de invoering van zo’n volgsysteem al complex vinden, wat stelt het leiden van zo’n onderneming dan eigenlijk nog voor. ‘Laat je nakijken’ is een veel gehoord advies.
Hoe dan ook, voor de Olympische Spelen in Parijs komt de wet te laat. Tegelijk laten de Fransen zien dat het organiseren van zo’n groot sportevenement best duurzaam kan. Of, in ieder geval, klimaatvriendelijker dan eerdere Olympische Spelen. Hun invulling is een soort zorgplicht light. Resulterend in de bouw van slechts één nieuw sportcomplex: een zwembad. Voor de hoogste eer bij andere sporten strijden de atleten in bestaande accommodaties in Parijs of stadions in andere steden. Verder gaat het Olympisch Dorp na de Spelen verder als sociale woningbouw voor zesduizend Parijzenaren, inclusief scholen en parken. Kan zijn dat de openingsceremonie – vaartocht van alle Olympiërs over de Seine – qua footprint buiten de nobele doelstellingen valt. Maar bij zoveel CO2 – besef moet het beetje grandeur dan maar worden bestempeld als hors-categorie.
Bij zoveel klimaatbewustheid kunnen onze deelnemers natuurlijk niet achterblijven. Hoe te reizen naar Parijs. Met het vliegtuig valt sowieso af, te dichtbij en te weinig groen. Iemand als Femke Bol gaat natuurlijk lopend. Niet in haar blootje, neem ik aan. Over de herkomst van haar outfit zal zij zich terdege dienen te bezinnen. Ook voor de langeafstand zwemmers kunnen natuursparend naar Parijs. Binnendoor of buitenom. Echter, het binnenwater is meestentijds te goor terwijl, via het Nauw Van Calais, niet echt valt te classificeren als ‘een omweg waard’. Jammer, zou best spectaculair zijn om te zien hoe onze zwemploeg zich crawlend of met iets synchroon aansluit bij het openingsdefilé op de Seine.
Ook bij de ruiters schijnt met de gedachte te zijn gespeeld om het parcours dravend af te leggen. Maar helaas heeft het gênante buitengebeuren te Londen – met losgebroken paarden van de koninklijke stallen – aangetoond dat de vermenging van hun noblesse met de platvloerse stedelijke infrastructuur de beklijvende potentie mist van een hippisch spektakel. Kopschuw (hoofdschuw?) geworden, lijkt alsnog te worden gekozen voor de vertrouwde paardentrailer. Met stekker, neem ik aan.
De trein heeft uiteraard ook het nodige te bieden. Wie er niet tegenop ziet om halverwege te woorden geconfronteerd met een conductrice die door medepassagiers van de trap af wordt gemieterd en weet dat te laat reserveren een ritje Parijs kansloos maakt, laat zich verwennen door een ritmisch kedengedeng.
Aanvankelijk zag het ernaar uit dat de roeiers hun boten in het gangpad moesten leggen. Want te zwaar voor het bagagerek. Ik vertrouw er evenwel op dat Wouter Koolmees, het rapport waarin wordt gesteld om passagierstreinen ook te gebruiken voor goederenvervoer, meer vindt dat een ‘interessant idee’. En deze kans om deze koeriersachtige dienstverlening wijd en zijd een boost te geven, met beide knuistjes aangrijpt. Wint hij geen Olympische medaille mee maar de kans op een kampioensonderscheiding van de logistieke collega’s ligt voor de hand.
De EU-lidstaten hebben inmiddels ingestemd met een afgezwakte versie van de wet over de aanpak van en misstanden in de toeleveringsketen. Europese bedrijven moeten ze hun toeleveringsketens gaan screenen op schendingen van mensenrechten en milieuregels. Buiten de tegenstribbelaars zijn er ook voorstanders te vinden van de ‘strenge’ regeling. Zo wordt beleidsmatige helderheid en houvast gecreëerd. Zij vinden dat er niets mis is met een werkwijze waarmee bedrijven hun keten in beeld brengen en niet langer blindemannetje spelen bij de minder prettige consequenties van hun activiteiten, elders in de wereld.
Door de weerzin bij bedrijven tegen deze ‘anti-wegkijkwet’ waardoor toeleveringsketens nu echt moeten worden doorgelicht, heeft het Europese ondernemerschap zichzelf geen dienst bewezen. Dit asociale imago had kunnen worden voorkomen door deze problematiek niet primair door een ‘ethische’ bril te bekijken maar door de lens van de Supply Chain. Niet bestuurlijk-bureaucratisch maar als een businesscase met een centrale rol voor het managen van de hele bevoorradingsketen. Daar, ergens, gebeurt het.
Supply Chain Managers zijn er niet in de eerste plaats om het klimaat te redden of mensonterende situaties aan te kaarten. Daar zijn de inkopers, HR-functionarissen, duurzaamheidsmanagers en juristen wellicht beter voor geëquipeerd. Of andere, daartoe speciaal aangestelde functionarissen. Dat deze route naar altijd naar behoren werkt, bewijst de invoering van de wet.
Geen gering middel, een wet. Daarom verdient het, naar de letter én de geest van de wet, aanbeveling om bij het organiseren van ketens en schakels de ‘ethische’ dimensie op te waarderen tot een logistieke functionaliteit. Alleen zo, geven verantwoordelijke ondernemers hun criticasters het nakijken. Kwestie van rekenen en de integrale ketenkosten als basis nemen!
Casper Jansen