De vlaggen gingen niet uit toen het grootste AI-nieuws in tijden werd wereldkundig werd gemaakt. Wel regende het superlatieven voor DEEPSEEK. Een ‘Spoetnikmoment’ werd het genoemd. Een lof toezwaaiing die de Amerikaanse Tech-gemeenschap pijn moet hebben gedaan.
Voor wie er in 1957 nog niet bij was: Spoetnik was de eerste satelliet in de ruimte. Van Russische makelij. Oorgetuigen herinneren zich nog hoe ze aan de radio gekluisterd zaten; luisterend naar: bliep, even stilte, weer zo’n signaaltje, en weer, bliep…bliep, uit de ruimte. Magisch. Een jaar eerder was er op de zaterdagavonden een hoorspelreeks te horen geweest: ‘Sprong in het Heelal’. Reuzespannend, daar niet van. Maar dit was andere koek. Dit was écht!
Het was de tijd van de Koude Oorlog. De rivaliteit tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten – Europa ertussenin – bereikte een hoogtepunt toen de Russen de eerste kunstmaan in een baan rond planeet Aarde brachten. De Amerikanen waren verbijsterd en verbouwereerd. ‘Wij bouwen raketten als worstjes’ snoefden de Sovjets. Onzin, volgens de CIA, de Amerikaanse ballistische raketten zijn superieur.
Maar ja, toch afgetroefd.
Die politieke zeperd werd de start van ‘Race om de Ruimte’. In 1961 geïntensiveerd door president Kennedy die proclameerde dat de VS ‘in het kader van de strijd tussen vrijheid en tirannie’ over tien jaar naar de maan zou gaan. Evenals nu met AI het geval is, speelde geld geen rol. Het ging om het prestige. Reeds binnen een decade zette een Amerikaanse astronaut met een ‘kleine stap voor een mens maar een gigantische voor de mensheid’ voet op lunaire bodem. Gewonnen!
Aannemelijk dus dat de VS met hun voorsprong op AI-gebied en de investeringsaansporingen voor 500 miljard dollar de ‘mensheid’ graag als eerste door een ‘Poort naar de Sterren’ had willen leiden. Helaas, toen waren het de Russen, nu de Chinezen die de stelling ontkrachten dat een blanco cheque voor kapitaal en operationele kosten niet de enige voorwaarde hoeft te zijn om uiteindelijk van artificiële intelligentie een verdienmodel te maken.
Misschien zelfs integendeel. Misschien voert juist ‘klein maar fijn’ naar de glorie. Goede vraag waarop vooralsnog geen goed antwoord is gevonden. Daardoor krijgen de bewonderende reacties op de disruptieve AI-generator toch iets artificieels. Vlag noch wimpel viel China ten deel.
Casper Jansen