Click & Collect bij de buurtchinees

Las dat ’s werelds beroemdste zakenvliegtuig uit productie wordt genomen. De Learjet, genoemd naar William Powell Lear, de bedenker, ontwerper en verkoper. Honderd jaar lang vlogen de geprivilegieerden ermee naar waar ze maar wilden. Het interieur was zo bovenmodaal dat het menigmaal decor was voor films en tv-series.

Ongetwijfeld kan je aan boord ook eten. En dan bedoel ik natuurlijk geen jetfood of het prakje dat doorsnee vliegtuigmaatschappijen hun minvermogende passagiers voorschotelen. Dat het opdienen van een maaltijd op de eerste plaats om comfort gaat, hebben de prijsvechters beter begrepen. Daarom serveren ze gewoon geen warme hap. Vliegen is gewoon vervoer en de rest is flauwekul.

In de Learjets wordt doorgaans weinig gegeten. Niet omdat vergeten is een kek kombuisje in te bouwen. Maar omdat jetsetters na een partijtje sneewpolo liever even een vorkje gaan prikken in een sterrenrestaurant te Menton, Kopenhagen of Bangkok. Hooguit met z’n achten, meer passen er niet in zo’n jetje. Geeft aan ‘all inclusive’ een onverwachte dimensie waaraan behoefte bestaat. Want er gingen er meer dan drieduizend van over de toonbank. Voor om en nabij 9,9 miljoen dollar per stuk. Onlangs rolde het laatste exemplaar uit de hangars. Een collectors’ item, derhalve. Dus haast u!

Hoe hebben de ‘famous en de beautiful’ op het verdwijnen van dit luchtvaarticoon gereageerd? Het lijkt erop dat de richards het nieuws nogal gelaten over zich heen hebben laten komen. Wellicht waren ze er gewoon op uitgekeken. Maar ik zoek de oorzaak toch wat dieper. Ik denk dat het vliegmachientje uit de tijd is geraakt. Niet langer ‘woke’. Dat leid ik af uit het gemis aan informatie in de folder. Er staat niets in over bijmengen met algen of synthetische kerosine. Een beetje grootindustrieel of regeringsleider kan toch niet meer met goed fatsoen bij het Wereld Economisch Forum aankomen zonder biobrandstof in zijn tank.

Blijft de vraag of de producent van het zakenvliegtuigje werkelijk de tijdgeest zo weinig heeft aangevoeld. Want van de 300 miljoen ton fossiele kerosine die het vervoer door de lucht vergt, maken biobijmengsels minder dan 0,1 % uit. Dus daar heeft hij een mineur punt. Wat daar dan weer tegen pleit is dat het luchtwaardige hebbeding geen hoge ogen gooit op de repareerindex. Jammer want je zou toch denken dat er aan een modern vliegtuigje altijd wel wat te herstellen valt waardoor snelle veroudering wordt tegengegaan en kan worden aangehaakt op de circulaire economie. Als zo’n herstelbaarheidsindex voor grasmaaiers geldt, waarom dan niet voor vliegtuigjes?

Al met al zal met deze laatste generatie Learjets nog flink wat jaartjes worden gevlogen. Willen hun toekomstige eigenaren niet voortdurend door klimatologische schuldgevoelens worden achtervolgd, dan zit er niets anders op dan hun eetgedrag aan te passen. Transitie wordt niet alleen gedreven door duurzaamheidsbesef en kennis maar ook – misschien nog wel het meest – door emotie. En wat emotioneert ons tegenwoordig meer dan de beleving van authenticiteit. Ook aan tafel. Gisteren nog zochten we die in het knabbelen van bruschetta in een vulkaankrater, wilde zalmtartaar peuzelen in een onderzeeër of het nippen aan een geschudde wodka – martini met citroenschilslingertje op de filmset van een James Bondfilm. Beleving alom, daar niet van, maar toch ook een beetje erg bedacht, dat “authentieke”.

Voor de onverdroten speurder naar wat hot & happening is – niet CO2-sensitief en toch door en door waarachtig – heb ik een waardevolle tip: vergeet het chocoladepretpark, laat je vliegtuigje aan de grond en ga ‘s eten bij een origineel Chin. Ind. Spec. Rest. Die typisch Nederlandse Chinees-Indische Specialiteiten Restaurants dreigden uit onze gehuchten, dorpen en steden te verdwijnen. Gelukkig is redding wel nabij want ze zijn opgenomen in de vaderlandse rangen van Immateriële Erfgoederen.

Doe mee en bestel bij ‘De Blauwe Lotus’, ‘De Chinese Muur, ‘Kota Radja’ of ‘Ni Hao’ een originele Nasi Goreng. Het oorspronkelijke zit ‘m erin dat het in niets lijkt op wat ze in China of het voormalig Nederlands-Indië eten of aten. Het is gastronomische evolutie aan de Noordzee, opgekikkerd met een lik sambal voor durfals. Nasi – Bami kan ook – in zijn puurste laaglandse verschijningsvorm bestond uit een abundante portie gebakken rijst, met iets van prei, een flinter champignon, een herinnering aan omelet en een vermoeden van kip. Zelden werd in ons land van zo weinig zo veel gesmuld.

Totdat de vooruitgang toesloeg, met keukens uit alle windstreken. Eten ‘bij de Chinees’ werd te gewoon. Om het tij te keren gingen de restaurateurs ingewikkeld doen, met regionale keukens, woketablisementen, fusion cooking en ‘all you can eat” buffetten. Ook lekker maar geen ‘tempo doeloe’.

Maar gelukkig zijn ze er nog wel, die restaurants waar hongerige Hollanders naartoe hollen om hun portie nasi, een krokante loempia of weekmenu voor 4 personen te halen. Bij mij in de wijk zijn er maar liefst drie. Vooraf bestellen hoeft niet. Het is ‘klaar terwijl ik wacht’. Vandaar, de ‘afhaalchinees’. Koud biertje in een ouderwets stapelglas, de Panorama en een schaaltje kroepoek zorgen voor verpozing tijdens het de ultrakorte wachttijd.

Tegenwoordig heet dat ‘Click & Collect’. Maar het is hetzelfde. Chinese restaurateurs waren er dus vroeg bij. Ook toen al. Chinese vindingrijkheid en nijverheid. Ik zou dat geen toeval willen noemen.

Casper Jansen

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs

Overtuigd? Of heeft u nog vragen waar we in geloven als ketenversnellers. In de nieuwsbrief krijgt u antwoorden en blikken we vooruit wat ons beweegt.

In Suppleye vindt u alles over de laatste trends en ontwikkelingen in de vorm van artikelen, columns, handige checklists en nog veel meer. Welke categorie is voor u interessant? Als u niks wilt missen, meld u dan aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.

Inschrijven