Door Europa

Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond het ook wel wat voor Europa. Niet als onderdeel van een bestaande spoorwegmaatschappij, maar als een eigen internationaal opererende onderneming. Treinen, rijdend over grote afstanden, zonder onderweg te stoppen voor tijdrovende maaltijden. Treinen, even comfortabel en luxueus als een appartement in Parijs.     

Samen met een ingenieur die uitgedokterd had hoe je, al voortbewegend over ijzeren staven, toch ongestoord kon slapen, stichtte hij de Compagnie Internationale des Wagons-Lits. Toen een paar jaren later aan de slaapwagens ook restauratiewagens konden worden gekoppeld, stond niets de opmars van verwentreinen meer in de weg. We schrijven 1883. Toen het Verre Oosten zich voorbij Turkije uitstrekte tot China, India, onderdeel was van het Britse Imperium, en Oost-Indië, een Nederlandse kolonie.

Een van de verbindingen die ‘Wagon-Lits’ voor ogen stond, was van Parijs naar Istanboel. De Oriënt Express. Avontuurlijk en romantisch reisdoel. Vanzelfsprekend ging dat niet zonder horten of stoten. Eerst moest met acht spoorwegmaatschappijen afspraken worden gemaakt om spoor vrij te maken en om locomotieven ter beschikking te stellen om de aandrijving te leveren voor de weelderige rijtuigen.

Op 4 oktober 1883 om 16.20 uur zitten veertig passagiers klaar in dat ‘Groot hotel op wielen’, ‘Luxelijnschip op het land’, ‘Vliegende tapijt naar de Oriënt’. De 1,5 meter grote wielen beginnen te draaien en daar vertrekken de 4-assen-koningsblauwe rijtuigen, getrokken door een IB-locomotief – de 505 – van de serie 500. Voor een reis van 2.500 kilometer, 68 tussenstops, in vier dagen. Het restauratierijtuig en de twee slaapwagons zijn 17,5 meter lang, door stoom verwarmd, rijkelijk geventileerd, met gaslampen en geveerd met een nieuw systeem om de beroerde Duitse sporen te trotseren.

Dat de trip, via Boedapest en Boekarest, een avontuurlijker slot kreeg dan de passagiers, verwend met oesters en champagne, uit de brochure hadden opgemaakt, kwam doordat de organisatoren hadden verzuimd te melden dat er tussen Boekarest en de Turkse hoofdstad een traceetje ontbrak. Om dat euvel te verhelpen, werden zij met een derderangs treintje naar de Donau gebracht. Om met een beduimeld veerbootje te worden overgezet naar een, even dubieus uitziend, treintje dat ‘de ‘Oriënt Express, naar een haventje aan de Zwarte Zee boemelde. Een amechtig stoombootje bracht de, ietwat verbaasde opvarenden, naar hun eindbestemming.

Na de Eerste Wereldoorlog kwam er een tweede traject bij. Zeker zo feeëriek en pittoresk. Via de Simplontunnel door de Alpen en, na haltes te Venetië, Belgrado en Sofia, eindigend aan de Gouden Hoorn. Met deze kortere reisduur toch nog altijd 67 uur stoomplezier. Voor wie het kon betalen, zeg ik het erbij. Ver verwijderd van discussies over daluren of een eventueel vrij OV.

In die hoogtijdagen (1935) tussen de twee wereldoorlogen verscheen bij de Groningse uitgeverij ‘Boek en Wereld’ van Agatha Christie de misdaadroman ‘Ingesneeuwde Slaapwagen’. Een nogal suffe ‘vertaling’ voor ‘Murder in the Calais Coach’ zoals de titel luidde in de oorspronkelijke Amerikaanse uitgave. Het boek kennen wij nu allemaal als de ‘Moord in de Oriënt Express’. Aan dat verhaal zat een authentiek tintje. Er was namelijk een keer een trein ingesneeuwd geraakt waardoor het geruime tijd duurde voordat de reis kon worden voortgezet. De ‘Groningse’ titel mag dan spanning missen maar is dus wel degelijk – in meer opzichten – adequaat gekozen.

In 2007 was het voorbij. Toen reed de Oriënt-Express weliswaar nog oostwaarts maar alleen nog tussen Straatsburg en Wenen. Wat gebleven is dat Nederlandse treinen nog steeds last hebben van sneeuw. Maar, zo leert de geschiedenis, vertraging hoeft een spannende treinreis geenszins in de weg te staan.

Prachtig, zo’n reis! Door Europa!

Casper Jansen

Photo by Dominik Scythe on Unsplash

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs