Door Europa
Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond […]
We moeten letten op ons watergebruik. Spaarzaamheid geboden. Niet eens omdat Nederlanders zoveel meer zijn gaan gebruiken. We zijn er gewoon met steeds meer. En we bestaan allemaal uit circa 70% water, een percentage dat op peil dient te worden gehouden. Drinkend. Zuinigjes aan dus ermee. En ondertussen nadenken over slimme technieken om douchewater te filteren zodat we het twee keer over onze kop kunnen laten plenzen. Of onderzoeken hoe we met de herintroductie van meanderende beekjes ‘Gods’ water’ langer voor de boerenakkers kunnen vasthouden.
Zonde om dat kostbare vocht vrijelijk via openwater naar zee te lozen terwijl we er tijdens droge perioden naar snakken. Individueel watermanagement en polderparaatheid. Ik ben er helemaal voor. D’r zit veel in, in water.
Tegelijk vind ik het ook wel een beetje erg micro. Door zo in te zoomen op ons eigen waterhuishouden dreigen we onszelf het zicht op het grotere plaatje te ontnemen. En dan heb ik het niet over de beschamende staat van de 34 bruggen bij Oude en Nieuwe Pekela. Zelfs niet over het kostelijke water waarmee de trappisten in West Vleteren dat hemelse bier brouwen en dat door onverlaten met goddeloze winst wordt doorverkocht. Alsof het festivalkaartjes zijn. D’r zit veel in, in water.
Evenmin heb ik het dan over die opblaasbare eenden in de haven van Hong Kong. Al lijkt me drijvend plastic, hoe kunstzinnig ook bedoeld, geen geslaagde actie om het probleem van de plastic soep serieus te nemen. D’r zit veel in, in water.
Dichter bij huis is ook water. De Westerschelde waarin we een hengeltje mogen uitgooien maar het toch beter voor onze gezondheid is om het verschalkte visje niet op te peuzelen. Rond de Waddenzee identieke smeerpijperij. Snap eindelijk waarom die zeehondjes daar zo moeten huilen. D’r zit veel in, in water.
We zijn eraan gewend dat duizenden jaren van poep en pis moeiteloos door de oceanen werd geabsorbeerd. Al dreigt het koraal voor de kust van een van de eilandjes van de Nederlandse Antillen het nu toch te gaan begeven. Het ziet er daar en elders naar uit dat ook het mariene klimaat het kantelpunt heeft bereikt. Zelfs nu er door het smelten van de poolkappen steeds meer water bijkomt.
Die zeespiegelstijging heeft trouwens ook nog een andere oorzaak: windmolens. Elke turbine heeft een betonvoet met een doorsnede van 30 meter en een hoogte van 20 meter. Archimedes wist al wat dat betekent – Eureka – voor het volume van de ons omringende badkuip. De wemeling van buizen, kabels en de leidingen nog niet meegerekend. Die wirwar schrikt de bultrug overigens niet af. Die ‘vrolijkste van alle walvissen’ schijnt de Noordzee met al die reeksen cementen riffen juist een lollige habitat te vinden. Kruipdoor, sluipdoor. Lekker stoeien, op z’n orka’s, met zo’n verdwaald Russische spionageduikbootje en zo. D’r zit veel in, in water.
Misschien maar goed dat er voor onze kust geen mangaanknollen voor het oprapen liggen. Niet diep genoeg voor de vorming van dit bijzondere mineraal. Verderop wel. Ondanks de bezorgdheid van regeringen dat diepzeemijnbouw de biodiversiteit op, in en rond de zeebodem geen goed zal doen, zijn ze even zo vastbesloten de diepte in te gaan en de boel daar beneden meer te gaan omwoelen dan alle kor- en pulvissers van Urk, Katwijk en IJmuiden bij mekaar. En zijn er geen knollen in de buurt dan duikelen we toch gewoon kobalt, koper, neodymium en dysprosium op. Allemaal nodig voor de vooruitgang. Ja toch! Niet dan?
Inmiddels is er fosfaat ontdekt in de ondergrondse oceaan op een van de manen van Saturnus. Een ijsmaan, bevroren water. Klinkt altijd cool in de oren van een langzaam opwarmende aardbewoner. OK! Zetten we op de agenda. Na Mars.
Eerst hier de boel nog even leegschrapen. Dan is het universum aan de beurt. Ook daar zit water. Misschien zelfs schoon. Die kwaliteit kennen we op onze planeet nog nauwelijks. Want er zit veel in, in water.
Casper Jansen
Photo by Herbert Goetsch on Unsplash