Door Europa
Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond […]
Cruiseschepen worden door reisbureaus vaak omschreven als vakantieparadijzen voor levensgenieters. Met hun seriële gemeenschappen van telkens enkele duizenden personen zou je ze ook op drift geraakte woonoorden kunnen noemen. Zwervend te kust en te keur zou je die oceaanreuzen ook de airbnb’s van de welgestelde toerist kunnen noemen. Het luchtbed vervangen door dons en het ontbijt als opulente start van een culinaire marathon die eindigt bij de streep tussen avondsnack en havermoutpap.
Exploitanten van dergelijke gestapelde vakantieparken worden vaak weggezet als propagandisten van een hedonistische levensstijl: na ons de zondvloed. Zeker, die is er. En wie serieus verwachtte dat Corona de levensgenieters wel tot inkeer zou brengen, is bedrogen uitgekomen. Sterker nog, er kondigt zich een nieuwe trend aan: de businesscruise. De bubbel met bowlingbaan en bubbelbad, casino en cocktailbar, discotheek en dekbed wordt verder opgeblazen met satellietverbindingen, werkplekken met uitzicht op zee en andere zakelijke faciliteiten. De thuiswerktrend krijgt in de varende flats wel een heel bijzondere een maritieme pendant. Varend rijk worden….
Hoe zoiets in z’n werk gaat, laat het ontstaan van vaccinmaker AstraZeneca zien. Bijna honderd jaar geleden – de glorietijd der luxueuze passagiersschepen – besloot een aantal Britse zakenmannen, aan boord van het Engelse passagiersschip ‘Aquitania’, hun vier slechtlopende chemiebedrijven samen te voegen. Van het succesvolle concern dat zo ontstond, werd op den duur het Britse ‘chemische’ Zeneca afgesplitst om te het fuseren met het Zweedse ‘apothecaire’ Astra.
Die eerste fusiebespreking vond bijna honderd jaar geleden – glorietijd van de luxueuze passagiersschepen – plaats op de ‘RMS Aquitania’.
Om een indruk te krijgen onder welke prikkelende omstandigheden zo’n deal tot stand kon komen, neem ik jullie mee op een trip met zo’n schip. ‘U heeft hier een buitengewoon schip maar het is zijn tijd zo ver vooruit dat ik betwijfel of mijn landgenoten voldoende kennis van zaken hebben om het op zijn waarde te schatten’. Met dit compliment aan het adres van de ‘Normandie’ werd niets teveel gezegd. Tussen de twee wereldoorlogen was dit Franse passagiersschip het grootste, snelste en meest vooruitstrevende schip dat er bestond.
Een varend hotel, op z’n Frans. Combinatie van de pracht en praal van een koninklijk paleis met de gratie van een statenjacht. De bijna duizend eerste klas-passagiers kregen hun maaltijden geserveerd in de weelderige eetzaal die twintig meter langer was dan de beroemde spiegelzaal van Lodewijk XIV te Versailles. Na het dessert konden de voldane passagiers zich vertreden in de tropische wintertuin, een bezoek brengen aan het theater dat kon wedijveren met de schouwburgen in Parijs en New York, een beschaafde conversatie voeren in de met goud en glitter beklede grote salon of voor een zakelijk gesprek met port en sigaren uitwijken naar de rooksalon.
Voor plezante tussendoortjes waren er zwembaden, bibliotheek, schietbaan, hondenkennel, crèche met draaimolen en poppenkast, kapel voor kerkdiensten en een ziekenboeg, uitgerust met röntgenapparaat en operatiefaciliteiten. En in de kombuis stonden 76 chefs met hun brigade klaar om elke dag 4100 maaltijden te bereiden.
Engelse scheepsmagnaten die zich enorm uitgedaagd voelden door die Franse opschepperij, lieten versneld de ‘Queen Mary’ van stapel lopen. Maar een Engelse aristocrate aan de kapiteinstafel op ‘het pronkstuk van de Franse Derde Republiek’ meende dat, waar de ‘Queen Mary’ meer weg had van een Engelse dame in sporttenue, de ‘Normandie’ eerder leek op een zeer vrolijk Frans meisje in avondjapon’.
Einde jaren zestig waren bijna alle grote Trans-Atlantische lijnschepen verdwenen. Maar de confetti en slingers om de reis feestelijk in te luiden, werden niet voorgoed opgeborgen. Er ontstond een ware revival. Varende jolijtenclaves waarop het altijd carnaval is, varen in de Cariben, naar de poolstreken en door de Middellandse Zee. De uitbaters van de huidige cruisekanjers willen het liefst het gouden tijdperk van de passagiersvaart laten herleven. Werd de generatie cruiseschepen van rond de recente eeuwwisseling al omschreven als ‘droomschepen’. Het zou me niet verbazen als ze binnenkort worden aangeprezen als dé ideale accommodatie om met businesspartners een droomdeal af te sluiten. Een mooi akkoord over duurzame samenwerking in de supply chain bijvoorbeeld. Wij, van SCEX, reserveren alvast een plek op zo’n weldadige businesscruise.
Casper Jansen
Photo by Alonso Reyes on Unsplash