Hemelse Veldrijdsters

Bij zo’n landing op Mars mag natuurlijk niets fout gaan. Eén haperingetje en de hele missie mislukt. En faliekant is geen optie. Focussen dus, op hoe een robotwagentje van duizend kilo door de ijle atmosfeer van de Rode Planeet flitst. Om te voorkomen dat het product van aardse makelij te pletter slaat, klapt een parachute open en zien we een platform, waaronder aan kabels een SUV-achtig karretje hangt. De marsbodem komt snel naderbij. Voorbeeldig worden tijdig de kabels doorgeknipt en hup daar staat het karretje te pronken op het Marsoppervlak.

Het duurt even totdat je beseft virtueel te zijn uitgestapt op een ander hemellichaam. Jammer dat ‘een kleine stap voor de mens maar een grote stap voor de mensheid’ al op de maan werd gebezigd. Want verzin maar eens een overtreffende trap? Mars is notabene kleiner dan Moeder Aarde. Met een nederig stapje op een ’broodkruimel op de rok van het universum’ – om de dichter Lucebert te parafraseren – krijg je dan handen niet op elkaar.

Enfin, daar sta je dan toch maar, middenin een Marsiaans landschap. En dat niet alleen, Mars is ook te horen. Niet als een galactisch muziekje, vol ijle, toverige electronisch gemodelleerde klankschaduwen maar als echte wind: het waait op Mars.

Het is misschien raar dat ik het zeg maar toch miste de euforie iets. Wat? Doordat ik een tijdlang gebiologeerd naar de technologische hoogstandjes van het landingsproces had zitten kijken, was ik, als zovelen, in een staat van überfocus geraakt. Excuseerbaar want niemand stapt zomaar in een raket om na het opstijgen meteen maar even de afslag naar het universum te nemen. Niet alleen zijn er zeven maanden nodig om er te komen. Aarde en Mars moeten ook nog in de juiste onderlinge stand staan. En daar zit telkens twee jaar tussen. Dus zelfs voor een ‘Enkeltje Mars’ is het heel erg goed opletten geblazen!

Wat me dan tegenvalt is wat er gaat gebeuren nadat het stof van verroest ijzer en menselijke opwinding is neergedaald. Begrijp ik het goed, dan wordt er geboord. Er liggen 43 stalen buisjes klaar om te worden gevuld met gruis om te determineren hoe de planeet 4,5 miljard jaar geleden is ontstaan. Slib van ondergrondse waterbellen, waarin zoniet bacteriën huizen dan toch in ieder geval fossiele micro-organismen; misschien zelfs virussen, gaat ook mee.

Voor zover bekend fladderen op Mars geen vleermuizen rond. Toch voor de zekerheid maar een mondkapje voordoen. Ook handig bij het laseren van gesteenten. De damp die bij het smelten ervan vrijkomt, moet namelijk door een slimme metertje veilig worden opgesnoven en geanalyseerd. Die volle buisjes moeten dan wel een keertje worden opgehaald. Voor bestudering van deze logistieke uitdaging wordt tien jaar uitgetrokken.

Wat ik dus mis, bij al dat vertoon aan technologisch vernuft, is de menselijke maat. Wat of wie hopen we daar eigenlijk tegen te komen. Geen marsmannetjes – al of niet in de gedaante van een soort groene smurfen – zo laat ik mij telkens vertellen. Volgens mijn filosofische vriend zullen we op Mars vooral onszelf tegenkomen. Niet dat wij, van SCEX, a priori wars zijn van wijsgerige verdieping. Maar, zoekend naar een doorwrochte oplossing voor een ketenprobleem, zijn Plato, Kant of Wittgenstein dan toch niet de eerste autoriteiten die ik ga raadplegen.

Liever zet ik bij een volgende Marslanding, in plaats van een mobiele boor, snuiver en kalender, een humanere verkenner op het marsoppervlak neer. Gezien de zandduinen met opties voor drop-off, valleien voor flowtrails en singletrackkanalen lijkt het me een ideaal parcours voor, de mensheid vertegenwoordigende, avatars van veldrijdsters als Ceylin der Carmen Alvarado, Lucinda Brand of Annemarie Worst.

Hoorde dat de Chinezen in mei naar Mars willen. Zij hebben hun missie heel toepasselijk ‘Vragen aan de Hemel’ gedoopt. Een aards idee om een stel Nederlandse veldrijdsters zo te ontwerpen dat zij op Mars tijdens een wielerwedstrijd de planetaire sfeer kunnen opsnuiven, zullen de Chinezen niet gauw afwijzen.
Voordeel van deze ‘Hemelse Veldrijdsters is dat er niet eerst kwartier hoeft te worden gemaakt. Anders zouden wij, van SCEX, er uiteraard eerst een EHKO-post hebben willen opzetten: Eerste Hulp bij Kosmische Ongelukken. Immers, de voorbereidingen voor het inrichten van een robuuste, gestroomlijnde en wendbare keten begint bij ons normaliter al ver voordat de wedstrijd begint. Want er mag natuurlijk niets fout gaan en over alle scenario’s wordt nagedacht. Ook op Mars.

Casper Jansen

 

Foto: Sirenum Fossae, Mars by Nasa

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs

Overtuigd? Of heeft u nog vragen waar we in geloven als ketenversnellers. In de nieuwsbrief krijgt u antwoorden en blikken we vooruit wat ons beweegt.

In Suppleye vindt u alles over de laatste trends en ontwikkelingen in de vorm van artikelen, columns, handige checklists en nog veel meer. Welke categorie is voor u interessant? Als u niks wilt missen, meld u dan aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.

Inschrijven