Niet naar Davos? Nou, onze premier wel. Samen met een stel ministers. Niet voor het nog ontberende stukje teambuilding maar het Wereld Economisch Forum (WEF). Jaarlijks uitje voor de zakelijke en bestuurlijke elite, volgens menigeen. Gave bijeenkomst om te babbelen met regeringsleiders, topondernemers en geestverwanten die men anders niet zo gauw tegenkomt.
In dat Zwitserse skioord komen al decennialang politici, ondernemers, bankiers, wetenschappers, NGO’ s en journalisten bijeen om de stand van de economie, geopolitiek en maatschappij te bespreken. Inclusief sfeertje, dát wel. Dus degene die voor zo’n impressionant gremium ook wel eens zijn mening ten beste zou willen geven, moet ik teleurstellen. Koude kermis & zo. Op dat mondiale ‘dorpsplein’ mogen meedenken, meepraten en meebeslissen over welke kant het op moet met de wereld, is een privilege dat pas wordt verkregen nadat is geverifieerd of je een partijtje meeblaast in de politiek of private sector en mits er vijftigduizend euro is betaald. Geen toegangskaartje dat de deelnemers doorgaans uit eigen zak betalen. WEF-deelname gaat op kosten van de zaak. WEF is businessclass. Geen geld, geen Zwitsers.
Niettegenstaande die rode loper-glamour staat het WEF niet bekend om de mijlpalen die er zijn geslagen, de waterscheidingen die er werden bewerkstelligd of de doorbraken die werden te weeg gebracht. Wel op de vooruitziende agendering ervan. Gepresenteerd als een aantrekkelijke hussel van tijdgeest met macrotrends, gepeperd met een leuke economische hype of een bestuurlijke diepgang suggererende rage. Is het gebodene ook beklijvend? Zijn premiers daarna hun regeringen beter gaan lieden? Hebben politici hun kiezers meer voorspoed gebracht? Noopte het CEO ’s tot andere bedrijfsstrategieën? Of onderscheidt dit wereldbekende forum zich, qua draagwijdte, niet wezenlijk van fora met een begrensder renommee? En blijft het ook op een Zwitserse alp vooral bij jongleren met sneeuwballen die zijn gesmolten zodra de deelnemers zijn vertrokken?
Het WEF profileert zich het graag als een genereus platform. Om te brainstormen hoe de vooruitgang – individueel en collectief, privaat en bestuurlijk – dusdanig kan worden gediend dat zij aansluit op de idealen waarmee de werkelijkheid kan worden overwonnen. Vanwege de waarde die aan zo’n nobel narratief kan worden toegekend, loont het de moeite om eens te grasduinen in de WEF-congresthema’s van gisteren en eergisteren. Welke trends werden er gesignaleerd. Welke toekomstscenario’s ontvouwd. Welke paradigma’s gehekeld. Of tips gegeven om, net als recent de Paus in zijn biografie, groot te denken en klein te doen.
Voor 2025 daagt het WEF de leden uit zich te buigen over een wel zeer actuele kwestie. ‘Hoe gezamenlijk te handelen in een Era of Intelligence’. Terugbladerend naar voorgaande jaren is het frappant om te zien hoe weinig transformerende kracht er aan ‘klimaatverandering’ werd toegekend. Alsof dat andere hot topic onvoldoende economische relevantie bezat. In 2020 worden de deelnemers weliswaar omschreven als ‘Belanghebbenden bij een samenhangende en duurzame wereld’. Maar dat is toch vooral vaagtaal waaraan zelfs de klimaatontkenners, onder de trouwe WEF-horde, geen aanstoot hoefden te nemen.
Ongetwijfeld zal het in de tussenliggende jaren in de wandelgangen, naast burgerrechten, de democratische rechtstaat, vrije handel en een ordentelijke wereldorde, over de klimaatdoelstellingen zijn gegaan. In 2024 geconcretiseerd als een voorzichtige ‘lange termijnstrategie voor klimaat, natuur en energie’. Dat klonk nogal obligaat en rook zelfs een tikkeltje naar tegenzin. Nog het best als een na-ijlende echo van Greta Thunberg, de Zweedse klimaatactiviste die in 2019, tijdens het Vijftigjarige Jubileum van het WEF, een welwillend gehoor de mantel uitveegde, vanwege een gebrek aan werkelijke betrokkenheid met het wel en wee van de planeet. Was wereldnieuws. Hebben die beschuldigingen van toen nog impact op het heden?
Vroeg me af of die ‘lange termijnstrategie’, gericht op klimaat, natuur en energie’ inmiddels handen en voeten had gekregen. Zag een staatshoofd voor me, vergenoegd peuzelend op een zuurdesem pistolet, bestreken met walnotenolie en belegd met een plak Gruyère. In gesprek met een CEO van een multinational.
‘Zijn jullie die lange termijnstrategie al aan het uitrollen? Een hele marathon natuurlijk, zo’n implementatie. Ik bedoel, meteen zo groen en zo’ informeert het staatshoofd.
‘Nou, nee, Eigenlijk niet’ zegt de CEO, tevreden nippend aan een glas rode wijn met cola, knabbelend op een donut, gevuld met rode bonenpasta.
‘Snap ‘t. Klimaat is altijd lastig. Qua onderwerp’ reageert het staatshoofd begripvol.
‘Nee, dat is het niet. We zien er vanaf. Houden ermee op. Voorlopig’.
‘Oh’ zegt het staatshoofd onthutst. Denkend aan zijn visionaire milieuparagraaf in de ‘Hoofdlijnen van het Regeerakkoord’.
In de WEF-wandelgang wijst de CEO op de geo-economische fragmentatie, rentestijging, loonprijsspiraal, concurrentiepositie en nog een handvol mondiale besognes waaronder het politieke klimaat. Ook klimaat, nietwaar! En dat hij daarom heeft besloten om de groene ambities van gisteren – gericht op het naar nul reduceren van stikstofuitstoot – voor morgen terug te brengen naar zero.
‘Mijn aandeelhouders willen geen windmolenparken en natuurprojecten. Zij willen winst. Dus gaan we weer keihard fossiel.’
Het staatshoofd knikt. Onderwijl hulpzoekend in zijn geheugen naar het bericht dat het verlies van de groene investering een schijntje was, vergeleken met de winst die de CEO met zijn onderneming had gerealiseerd. Sinds wanneer was die klimaat neutrale toekomst achter de horizon verdwenen? En beoordeelden kapitaalverstrekkers de klimaatverandering opeens als een te groot beleggingsrisico? Had hij daarom laatst nog de trein had genomen voor een regeringsleidersoverleg, in plaats van het vliegtuig, dacht het staatshoofd sip.
‘Dus u vindt dat toekomstige generaties zelf maar uit moeten vigileren in welke wereld zij willen leven’ vraagt hij.
‘Daar komt het wel op neer’ lacht de CEO monter.
Het staatshoofd bekruipt het gevoel terecht te zijn gekomen in een parallelle wereld Een louter economische. Plots dreint achter zijn ogen een deuntje van Mozart. Komt dat uit de foyer? Ach nee, hij weet het weer. Die muziek klonk onlangs, tijdens de demonstratie van klimaatactivisten die bang zijn dat de ecosystemen het loodje zullen leggen en dat hun kinderen straks niet eens meer zullen weten wat schoonheid en cultuur is. Een lumineus idee overvalt hem. ‘Toch maar weer ‘s Greta uitnodigen, voor 2026’.
Casper Jansen