Ketenschaamte

Een faliekant mislukte conferentie over het klimaat gewoon een sof noemen, kan natuurlijk niet. Niet bon ton. Maar suf is het wel. En jammer wanneer je bedenkt dat het ging toch om de toekomst van de wereld en die van onze kinderen? Grote woorden? Inderdaad! Te groot zo bleek want de regeringsleiders slaagden er niet in om aan de slotverklaring een positieve draai te geven. Het bleef bij gelispel dat de top goed voor de dialoog was geweest en de vaststelling dat het geen zin heeft ‘actie, actie’ te roepen terwijl in het diepst van je gedachten denkt: ammehoela.

En zo werd over het ‘uit- faseren’ van steenkool net zolang geklessebest tot het ‘afbouw’ was geworden. Een bedroevend staaltje semantisch plunderen van de garderobe van de keizer die vijf jaar na de Parijse Akkoorden toch al zo weinig kleren om het lijf heeft.

Ook zielig voor Glasgow. Altijd hachelijk voor het imago om als stad een conferentie met zulke hooggestemde verwachtingen te accommoderen. Komt nog bij dat ik bij Glasgow toch vooral moet denken aan grijs, groezelig en gietend. Qua imago kon de stad, in tegenstelling tot het klimaat, dus wel een opwarmertje gebruiken. Helaas, het ‘Pact van Glasgow’ pakte verkeerd uit, de deelnemers kwamen terug van een koud kermis.

Gezien de povere slotverklaring sluit ik niet uit dat het citymarketingteam, drukdoende de reputatieschade op te nemen, een depressie nabij is. Slechts te bestrijden met volle teugen Malt Whisky. Voor zolang dat nog kan. Want door de dreigende opwarming van de aarde dreigt deze nationale oppepper in de gevarenzone terecht te komen. Door tekort aan water en te verwachten misoogsten van gerst en gist. Ingrediënten, zonder welke het stoken ervan even illusoir wordt als het monster van Loch Ness. Dit regionale vooruitzicht plaatst de, na geflopte conferenties graag gebezigde, dooddoener’: het glas is halfvol, in plaats van halfleeg’ wel in een heel bijzonder apathisch perspectief.

Wie achter het wollige wolkendek van al die diplomatieke gedelegeerdentaal toch het zonnetje wil ontdekken, doet er goed aan om in de periferie van de conferentie te speuren naar de weg van de minst negatieve weerklank. Dus ging ik op zoek naar de resultaten van de Donut Werkgroep. Het kon immers niet zo zijn dat dit onderwerp, op de agenda gezet door ketenregisseurs, door niemand was opgepikt. Of erger nog: ergens in de coulissen van het Schotse onderhandelingscircus was blijven steken. Hoezo, donutwerkgroep? Dat zit zo.

Vroeger at ik wel ’s een donut. Maar dat broodje, met de stevigte van een kadetje en de luchtigheid van een croissant, geglazuurd met suiker en een gat erin, was ik een beetje uit het oog verloren. Tot Glasgow. In een winkelcentrum bij mij in de buurt viel mijn oog op een bakblik vol nooit eerder vertoonde varianten. Het van oorsprong ringvormige goudbruine oliekoekje was geëvolueerd tot een korst die bedolven was geraakt onder een kakafonie van krijsende kleuren terwijl door dikke lagen culinair-cosmetische opsmuk het enigmatische gat verstopt was geraakt. Een fillertaartje. Een botoxgebakje. Wat was hier gebeurd?

Ik concludeerde dat het de stroom aan data, omtrent mislukkende oogsten, smeltende ijskappen, brandende bossen, overstromende beken, vervuilde lucht, uitstervende dieren en verdwijnende planten, moest zijn geweest waardoor dat opgeleukte gefrituurde deegproduct mij ontstelde. En zo ontstond het idee voor de donutwerkgroep. Om te laten zien hoe innig de band tussen die twee disciplines is.
Inkopers zetten immers de ketens in werking waardoor grondstoffen en eindproducten met elkaar verbonden worden. Ook bij de donutketen.

Alleen, waar de inkoper een braaf broodje voor zich ziet met geinige glitters, glazuurde gekkigheid, tuttige toppingen en allerhande smaakverzinsels, ontwaart de Supply Chain Manager een baaierd aan ketens, ketentjes en schakelingen. Met van alles en nog, dat niet zelden over grote afstanden van heinde en ver moet worden aangevoerd om de hedendaagse donut te maken tot wat het is. Bedoeling van de werkgroep was niet om inkopers ketenschaamte aan te praten. Wel om inzicht te verschaffen en ze te doordringen van de impact van hun werk.

Wat zijn, na Glasgow, de do’s & don’ts van de donut? Terug naar de gulle Gouden Standaard met gewoon een heel goede kakelverse donut zonder poespas? Lekker voor het klimaat, in ieder geval. Want ook hier geldt dan minder meer is. Het voorstel in de werkgroep dat inkopers bij bestelling van een raar donutversiersel een ketenpreek dienen te houden, werd resoluut verworpen. Dan liever bij elk geopperd donutonwaardig ingrediënt in een honende schaterlach uitbarsten. Of, voor de geringere durfal, besmuikt te proesten (mits in de ellenboog). Dat kan dus nog een vrolijke boel worden.

Enfin, het draait allemaal om het besef dat elke transformatie een verdieping te weeg brengt. Hoe een verdiepte donut eruitziet zal volgend jaar tijdens de klimaattop in Caïro worden geëvalueerd in de Werkgroep Baklava.

Casper Jansen

 

Photo by ELISA KERSCHBAUMER on Unsplash

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs

Overtuigd? Of heeft u nog vragen waar we in geloven als ketenversnellers. In de nieuwsbrief krijgt u antwoorden en blikken we vooruit wat ons beweegt.

In Suppleye vindt u alles over de laatste trends en ontwikkelingen in de vorm van artikelen, columns, handige checklists en nog veel meer. Welke categorie is voor u interessant? Als u niks wilt missen, meld u dan aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.

Inschrijven