Door Europa
Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond […]
Dreunende dreumes. Dat was mijn koosnaampje voor dat vliegende speeltje dat vijfentwintig jaar geleden zo vrij en vrolijk in ons luchtruim verscheen. Wij, van de logistieke ketens, zagen direct de logistieke potentie van die onbemande vliegmachientjes. Speelgoedheli’s die nog even een doosje partyrosé kwamen afleveren op ons dakterras of een levensreddend medicijn dat vliegensvlug op de plaats van een ongeluk werd afgeleverd. De drone als ambulance. Zo voor de hand liggend waren onze ideeën dat ze, hoe nieuw ze ook klonken, nauwelijks origineel konden worden genoemd. Het voelde een beetje als een ‘Leonardo da Vinci-ervaring’. Het moest er een keer van komen. De drone hing als het ware in de lucht, om een flauwe woordspeling te gebruiken.
De vliegerij zit in het verdomhoekje. Ook al is de vergelijking tussen een maxi Airbus en een mini Airflyer verschrikkelijk oneerlijk. Bewegende dingen in de lucht zijn bij voorbaat verdacht. Kunnen dronesadepten wel beweren dat er ik weet niet hoeveel van die dingen de hoogte in kunnen worden gestuurd alvorens zo’n zwerm ook maar in de buurt komt van welke decibel grens dan ook. Zit wat in. Maar sinds er in luchtvaarkringen met de gedachte wordt gespeeld om niet het aantal vliegbewegingen te verminderen maar de geluidsoverlast te verdunnen door van meer kanten aan te komen vliegen waardoor meer mensen er last van krijgen maar minder per stel oren, is de argwaan alleen maar grote geworden. Niet geheel onbegrijpelijk. Vergelijk het met een popfestival waar in een uithoekje van het terrein een singer-songwriter met akoestische gitaarbegeleiding optreedt terwijl aan de overkant een Heavy Metalband met ontheffing van de burgemeester dreunt als een paar duizend drones. Hogere geluidspreidingskunde voor vergunningverleners.
Toekomstscenario’s over hoe drones met hun specifieke logistieke mogelijkheden het verkeer kunnen ontlasten en zelfs pizzapret in binnensteden kunnen bezorgen, zijn ongetwijfeld al opgesteld. Ik liet me vertellen dat er zelfs over het geluid wordt gebrainstormd. Vogelgeluiden bijvoorbeeld. Geïnspireerd door ‘Roodborstje tikt aan het venster tik, tik. Laat me erin’. Daar is de drone met mijn pakketje! Snap je opeens weer wat ‘twitteren’ oorspronkelijke betekende.
Maar sinds de oorlog in Oekraïne zijn de positieve geluiden over drones verstomd. Opeens betekent iets vliegends boven je hoofd potentieel gevaar. Nu is elke oorlog ook altijd een logistieke operatie. Dat wordt wel eens vergeten. Dan denk je aan brandstof voor tanks, pontonbruggen, medische hulpmiddelen en eten voor de soldaten. Vliegtuigen ook, natuurlijk. Maar die vliegen hoog over om te verkennen of hun dodelijker werk te doen. Nu zijn daar de drones bijgekomen. Met ‘kwaaie bedoelingen’, zeg maar. Al blijft zo’n kwalificatie natuurlijk altijd een kwestie aan welke kant je staat. Hoe dan ook, tegenwoordig moeten die ‘vliegende kabouters’ – of veel groter of Nano – worden gedetecteerd, herkend en uitgeschakeld. Aan de Dnjepr denkt niemand meer: gut, kijk nou ‘s, wat leuk, een drone. De laatste ‘radartruc’ is om aan de wiekslag van een drone te zien wat voor narigheid burgers of soldaten te wachten staat. En het uiteraard niet zover te laten komen.
Van de ruimtevaart wordt gezegd dat het vele geld dat er wordt ingestoken, vaak de weg opent naar onverwachte toepassingen. Hitteschildjes en zo. Voor de oorlogsindustrie geldt hetzelfde. Weliswaar zijn de bijkomende voordelen door de ruimtevaart stukken makkelijker te verdedigen dan door de verdelgingsindustrie van mens en goed. Maar wij, ketenmanagers, doen er goed aan een scherp oog te houden op de toekomst van drones als toegevoegde waarde van onze mobiliteit. Of om het eens lekker duur te formuleren: ‘drones moeten een holistisch onderdeel gaan uitmaken van een logistiek ecosysteem waarbij enerzijds de leefbaarheid van stad en platteland wordt verduurzaamd en anderzijds vraag en aanbod worden gezwaluwstaart’.
Met andere woorden: laten we serieus aanstalten maken met een line-up van drones, in alle maten en klassen. Want zo wordt een systeemsprong mogelijk waarmee aan het transport van goederen op kleine en middelgrote afstand een nieuwe dimensie zal worden toegevoegd. Eentje die betekenend zal bijdragen aan een andere kijk op het organiseren van verkeerstromen en dientengevolge aan het inrichten van een veiligere en schonere infrastructuur.
Over de geluidjes die de drones van de toekomst maken, zal, als we niet uitkijken, uiteraard lang en uitputtend moeten worden vergaderd. Nergens voor nodig. Kies gewoon voor het gezang van onze nationale vogel: de grutto.
Casper Jansen
Photo by David Grandmougin on Unsplash