Door Europa
Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond […]
Air France-KLM ziet het seizoen met vertrouwen tegemoet. de vliegeniers verwachten een Olympische opsteker. Hoe reëel is dat optimisme? Al die vlieggrage atleten, officials en bezoekers komen in ieder geval niet uit de periferie van Parijs en Amsterdam. Naar Brussel neem je de trein, verklaarde de directeur van de KLM onlangs. Mogelijk bevangen door de wens haar hoofd niet nodeloos te stoten tegen het CO2-plafond. Wie verderop wil hoeft zich klimatologische niet te generen om dat door de lucht te doen. Vervoer door de lucht scoort dan beter. Verwarrend is evenwel dat deskundigen vinden dat de milieuvriendelijke grens tussen vliegen en treinen bij zevenhonderd kilometer moet worden getrokken. Wie eenmaal in Brussel is gearriveerd, op weg naar de Olympische Spelen, treint dapper door naar Parijs, zou dus de conclusie moeten zijn.
Maar de KLM-topvrouw zit er natuurlijk niet primair om de trein te promoten. Deed ze vroeger wel toen ze bij de Nederlandse Spoorwegen werkte. Maar nu wil ze het liefst zoveel mogelijk passagiers door de lucht te vervoeren want ‘de kisten moeten hangen’. Kisten en coupés, hoe breng je die samen? Vanwege de groeiende weerzin tegen korte vluchtjes zal de aandacht van de klant naar het comfort van de langere afstanden dienen te worden verlegd. En dat niet door de verrukkingen van het intercontinentaal personenvervoer te benadrukken maar door de ‘gemaksconnectie’ tussen rail & air te propageren.
Bedrijfsmatig vraagt dat er om de complexe logistiek van die twee transportmodaliteiten te zwaluwstaarten. Daarmee is al een begin gemaakt. Zo is er voor de inwoners van Brussel en omgeving de Air & Rail Terminal ingericht. Op Station Brussel-Zuid kunnen reizigers met een gecombineerde ticket linea recta naar Schiphol bij Amsterdam of Charles de Gaulle bij Parijs. Trein uit, vliegtuig in. Hub!
Klinkt reuze klantvriendelijk. Alleen, het probleem is dat deze aeronautisch ambitie te maken krijgt met forse maatschappelijke tegenwind. De hub – het veelgeprezen verdienmodel van transporterend Nederland – is tegenwoordig minder hip. Het aantal vliegbewegingen moet omlaag, besliste de minister van luchtvaart kloek en moedig. Met zowel consequenties voor KLM als Schiphol. Mindering van het aantal vluchten raakt immers de lucratieve overstap – en doorreisfuncties die beide bedrijven, ieder op eigen wijze, faciliteren.
Lang was het paradigma dat Schiphol & KLM cruciaal waren voor de economie. Het netwerk van de ‘hub’ kreeg zelfs de status van ‘publiek belang’. Met zo’n, naar alle windrichtingen uitwaaierende service kunnen Nederlandse passagiers vanuit Amsterdam direct vliegen naar bijna driehonderd bestemmingen. En dat je vanuit Nederland alle kanten op kan, ontdekten ook andere vliegmaatschappijen. Inmiddels bedraagt het aantal overstappers circa 40% van de 62 miljoen passagiers.
Alleen, die tussenstop voor die talloze overstappers is leuk voor Schiphol maar levert Nederland vooral klimaatschade op, en geluidoverlast. Onkostenposten die niet op de balans van de luchthaven drukken.
Dat er vanuit de luchtvaarthoek wordt tegengesputterd valt enigszins te begrijpen. Maar niet geheel en al. Wat zich wreekt is dat ons nationale vliegtrots zich steeds heeft kunnen verstoppen onder de vleugels van een bestuurlijke struisvogel. De toedekkende term die door de aandeelhouders – de Staat der Nederlanden en de gemeente Amsterdam – werd bedacht om de realiteit niet onder ogen te hoeven zien, was ‘anticiperende handhaving’. Wat kulpraat is om het vlieglawaai dat onvermijdelijk met het vliegwezen is verbonden, voor omwonenden beleidsmatig te verdoezelen. Als ergens het cliché ‘luchtfietserij’ op van toepassing is, dan wel hier.
Te veel vliegbewegingen, te veel lawaai voor omwonenden, te veel passagiers die, volgens recente berekeningen, weinig of geen geld in het nationale economische laadje brengen. Zoiets kan lang, maar niet eeuwig goed gaan. Waarom dan toch bij die aangekondigde krimp zo dwangmatig in de kramp geschoten? Denk dat dit komt doordat de luchtvaartbonzen lang mochten werken met een politieke gesanctioneerde schijnwerkelijkheid.
Hierbij kon worden geleund op berekeningen van het geluid dat de buren van de luchthaven te verduren kregen. Een beproefde methode van de overheid om weg te blijven van de werkelijkheid: niet meten maar berekenen. Zo worden de decibellen van de overkomende vliegtuigen ‘gemiddeld’ met de ogenblikken van stilte tussen twee vliegbewegingen. Hou je ongeveer de helft over. Doet me denken aan die automobilist die een bekeuring krijgt voor te hard rijden en dan tegenwerpt dat de boete te hoog is omdat hij niet de hele weg zo hard heeft gereden.Krimpen dus, met die handel. Door minder vliegbewegingen overdag of door de verfoeide randen van de nacht terug te brengen tot een normale nachtrustperiode.
Het schrappen van nachtvluchten – reeds praktijk bij Frankfurt, Parijs en Londen – vinden ze bij een bekende Nederlandse budgetvlieger helemaal niks. Een publiek geheim is dat deze vakantiecarrier reeds lang een begerig oog heeft laten vallen op het verlaten luchthaventje bij Lelystad. Zie de reclameleus al voor me. ‘Wilt u de herrie in uw woonomgeving ontvluchten, vlieg dan naar de ongerepte stilte van uw vakantiebestemming’. In een wrokkige reactie wordt zelfs gedreigd om, in lijn met enkele grote internationaal opererende bedrijven, het Nederlandse luchtruim helemaal te verlaten. Wat me toch een beetje doet denken aan de muis die, terwijl hij met een olifant over een houten brug loopt, uitroept: ‘Wat stampen we lekker, hé!’
Hoeveel geluid rond de ‘plofkip met de gouden eieren’ zoals Schiphol wel eens wordt genoemd sinds de luchthaven zich heeft ontwikkeld tot de goedkoopste luchthaven in Europa en de op een na grootste in de Europese Unie, dring je terug. Opdat er eindelijk een werkbare balans ontstaat tussen ‘het economische welzijn van het land’ en een ‘ongestoord privéleven’ van omwonenden zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het zo behulpzaam formuleert.
Boze tongen beweren dat er inmiddels gespeeld wordt met het idee van een vierde aanvliegroute over Overijssel en Gelderland. Een gedachtenexperiment waarlangs de redenering zou kunnen worden opgebouwd dat de overlast van geluid gedempt kan worden door meer mensen minder vaak aan herrie bloot te stellen. Wat deze perfide uitwas van het solidariteitsbeginsel bewerkstelligt is dat waar het nu weldadig stil is, het straks minder stil zal zijn. Zo explodeert de ‘plofkip’ alsnog in het gezicht van de omwonenden; een categorie die, qua omvang, dan zal zijn uitgesmeerd over heel Nederland.
En zo bouwen we allemaal ons eigen luchtkasteel.
Casper Jansen
Photo by paul jespers on Unsplash