Ode aan de Kaaisjouwer

De Kaaisjouwer. Oh, wat had ik er graag model voor gestaan. Zo’n ferme jongen, stoere knaap, met die zak van tachtig kilo op zijn schouders. Van top tot teen van zessen klaar. Is er van ons ambacht een krachtiger zinnebeeld dan dit denkbaar? In mijn geliefde woonplaats Nijmegen staat hij op de Waalkade: gegoten in aluminium, glanzend en glimmend te verwijzen naar de Nijmeegse Benedenstad. Daar was in de tijd van onze betovergrootouders het havenkwartier waar vrachtschepen aanlegden om geladen of gelost te worden.

Vrees dat Margriet Hovens, de kunstenares, in mij net niet de tanige robuuste nazaat heeft herkend zoals die oprijst uit het boek De Kaaisjouwer van Frank Antonie van Alphen. Tanige dagloners, zwoegend van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat voor een paar grijpstuivers. Ze woonden op de Nijmeegse Wallen, in de kroegen hun permanente vermoeidheid wegdrinkend met scharrig bier of geborgenheid kopend bij de ‘Malle Babbes’ van de Keizerstad.

Voor wie nu oog in oog staat met de huidige kaaisjouwer en vervolgens achterom kijkt naar de Waalkade, is het eigenlijk niet goed voorstelbaar dat de nachtwacht van toen een ontmoeting met die ‘schakels in de bevoorradingsketen’ het liefst uit de weg ging. Behalve de knoestige knuisten hingen daar, langs de Waal, de typische geuren van een stadskade: teer, timmerhout, hardsteen, aangevuld met het aroma van de dag, bepaald door actueel aangevoerde goederen waaronder graan, stokvis en kool.
Ook zal er wel eens gelachen zijn als een biervat van de stadsbrouwerij, bedoeld voor de ommelanden, uit iemands handen glipte en van boven naar beneden bolderde om op de kade gutsend uiteen te springen in hoepels en duigen. In de avonduren zal in de sloppen en stegen de weeïge geur van gekookte aardappelen hebben overheerst; veel meer kon er van zo’n dagloon niet af.

Er wordt graag beweerd dat de Nijmeegse voorspoed en welstand van toen niet mogelijk zou zijn geweest zonder de noeste inzet van de kaaisjouwers. Op het eerste gezicht lijkt dat op een nogal arbeideristische bril waardoor naar de kaaisjouwer wordt gekeken. Gewend aan het perpetuum mobile van kranen en vorkheftrucks zijn wij, van SCEX, geneigd om bij onze planning die schakels in de transportketen over het hoofd te zien. En, eerlijk is eerlijk, het sjouwersgilde van weleer is verleden tijd. Tenminste, in onze geautomatiseerde en gemechaniseerde havencomplexen waar kraandrijvers met een joystick achter een scherm hun werk doen. Maar laten we niet vergeten dat er op verre kusten nog heel wat haventjes zijn waar de goederen zonder de afgepeigerde kaaisjouwers aldaar niet uit of in de scheepruimtes komen. Om maar niet te spreken over al die distributiecentra waar ontelbare hoeveelheden containers uit het Verre Oosten met los gestapelde goederen worden gelost door pezende arbeidsmigranten uit de oostelijke helft van Europa

‘Als warme broodjes over de toonbank’. Lang geleden was dat het cliché om de onverwacht rappe verkoop van een of ander hebbedingetje nog meer vaart te geven. Met ‘karrevrachten tegelijk’ was er ook zo eentje wanneer gespreide armen niet volstonden om omzetsucces te communiceren. Sinds de Amerikaanse ‘Winkel van Sinkel voor de online consument’ heeft besloten ook het Europese kooplustige publiek te bedienen, verwacht ik dat ‘met vliegtuigen vol’ de gevleugelde uitdrukking in spe is. De wereldwijde webwinkel gaat voortaan een belangrijk deel van haar bestellingen vervoeren met een eigen vloot aan vrachtvliegtuigen; de bestaande koeriersdiensten waren niet snel genoeg, vond de directie. En inderdaad konden zij de vraag naar laadruimte door de lucht niet altijd bijbenen. Als is dat argument er misschien ook wel een beetje bij gezocht zoals het door die webwinkel onlangs geopende bezorgcentrum op Schiphol doet vermoeden.

Maar vliegen is toch duur? Zeker, maar wie voor 3,5 miljard aan bestellingen circa 15% van zijn omzet verliest, pakt in een verloren uurtje toch ’s even het telraam erbij. Kan het misschien sneller en goedkoper met eigen vliegtuigen? En leidt dat tot een hogere voorraadbeschikbaarheid waarmee onze conversie en daarmee onze omzet dan flink omhoog gaat?

Kennelijk wel want de bestaande vloot van twintig vliegtuigen zal flink worden uitgebreid. Of de mondiale pakjesbezorger ook biobrandstof gaat bijmengen waardoor we onze felbegeerde spulletjes met minder klimaat gestuurde schuldgevoelens in ontvangst kunnen nemen, is mij niet bekend. De Europese Commissie zou dat weliswaar dolgraag zien maar die heeft zich bij de vergroening van de kerosinetank beperkt tot het eigen continentale luchtruim. En dat terwijl juist gedurende de intercontinentale langeafstandsvluchten van meer dan vierduizend kilometer het meeste broeikasgas wordt uitgestoten.

Zo’n Europese maatregel maakt het luchttransport dus niet heel veel schoner. Bovendien zijn er zorgen dat er niet genoeg biobrandstof wordt geproduceerd. Volgens onze kinderen zou meer friet eten – frituurvet is een populair bijmengsel – kunnen helpen. Maar ik vraag me dan wel af hoever wij, als we de voorgebakken frieten laten thuisbezorgen om ze vervolgens zelf, lekker knapperig, te bakken, dan komen met onze individuele ketenaansprakelijkheid. De aardappeltjes koken dan maar? Pomme de terre á la Kaaisjouwer. Dat lijkt me een mooi eerbetoon. Moeten we die aardappelen natuurlijk wel zelf bij de lokale aardappelteler gaan halen. En dan de schillen netjes in het schillenmandje en – heel circulair – meegeven aan de schillenboer.

Casper Jansen

 

Bron foto: https://www.besiendershuis.com/kaaisjouwer/

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs

Overtuigd? Of heeft u nog vragen waar we in geloven als ketenversnellers. In de nieuwsbrief krijgt u antwoorden en blikken we vooruit wat ons beweegt.

In Suppleye vindt u alles over de laatste trends en ontwikkelingen in de vorm van artikelen, columns, handige checklists en nog veel meer. Welke categorie is voor u interessant? Als u niks wilt missen, meld u dan aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.

Inschrijven