We leven in het tijdperk van de smaak. Smaak is misschien wel het meest ongrijpbare dat bestaat. Niemand weet precies wat het is. Maar iedereen heeft het. En juist vanwege het feit dat over smaak wel degelijk te twisten valt, is smaak de schakel geworden tussen identiteit, communicatie en commercie. Het begrip trend is wellicht de mooiste ‘fusie’ van sociaal en economische bij de tijd zijn. Onderscheid en communicatie in een enkel woord gevangen. Door je smaak te tonen, laat je zien wie of wat je bent of wil zijn. Smaak kan, zo bezien, onderscheiden maar ook scheiden en verenigen. Kwestie van kiezen.
Het zal de bankier in hem zijn die de oplossing voor de Europese economische malheur vooral zoekt in meer geld. Achthonderd miljard euro. Met zijn waarschuwing dat als Europa innoveert noch revitaliseert, dat het straks gedaan is met het Europese welvaartsmodel, is men het niet per se oneens. Wat de opinies evenwel uit elkaar drijft, is de verdeling. Wie zal dat betalen?!
Welnu, dat geld moet uit een gemeenschappelijke EU-pot komen. En daar begint meteen de schoen te wringen. Want dat willen sommige lidstaten niet. Zij zijn weliswaar vóór veel Europa. Maar ook weer niet voor té veel. In plaats van alles bij elkaar te scharrelen, trekken ze liever de eigen portemonnee. Hebben ze meer grip op de bestedingen. De nationale controle op waar dat geld neerslaat, staat haaks op de visie dat een weerbaar Europa één waarachtige kapitaalmarkt zal moeten krijgen. Financiële krachtpatserij die, qua omvang en diepte, niet onderdoet voor de pecuniaire stieren & beren van de Verenigde Staten.
Vergelijkingen met de VS staan er meer in het rapport. Maar als we echt zoveel op elkaar lijken, waarom zijn we dan toch zo verschillend? Neem de economische spiegel. De bedragen die de VS heeft uitgetrokken voor het eigen innovatieprogramma zijn bijna duizelingwekkend. Maar de mens leeft niet bij brood alleen. Naast een gerationaliseerde politiek-economische wenselijkheid bestaat er evenzeer een culturele realiteit.
Europa bestaat uit 51 aparte landen. De 50 Verenigde Staten van Amerika vormen één natie. Amerikanen delen een gevoel van lotsverbondenheid. Inheemse – Italiaanse-, Ierse- , Aziatische- , Latino- en Afro-Amerikanen. Met niet geringe onderlinge culturele verschillen. Wat hen desondanks bindt, is een onstuitbaar vooruitgangsgeloof. Omzwachteld en doordesemt met patriottische retoriek die net zo schots en scheef in elkaar zit, als andere nationale geschiedenissen, overal ter wereld. Maar de vrijheid van iedereen om het eigen geluk na te jagen, is – hoe moeilijk ook te begrijpen en zelfs in te voelen voor niet-Amerikaanse staatsburgers – heeft een enorme bindende kracht.
Zo’n bindend narratief heeft Europa niet echt. De verovering van het Wilde Westen, inclusief de pioniersmentaliteit, valt nu eenmaal in het niet bij zoiets als het diplomatieke spel rond de val van de Berlijnse muur. Even ingrijpend maar het miste de heroïek om door te stoten naar het ‘Wilde Oosten’. Natuurlijk bestaan er ook wel degelijk Europese verhalen. Wij hebben Karel de Grote, de ‘eerste’ Europeaan. En wij Nederlanders die Tachtigjarige Oorlog. Alhoewel dat misschien geen goed voorbeeld is. De strijd tussen Spanje laat immers zien hoe verdeeld Europa toen was, en is gebleven. In de VS vochten ze eerst tegen ‘buitenlandse’ koningen en later tegen elkaar. Eindresultaat: de VS. Dat moeten we niet vergeten.
Wellicht is die volstrekt andere wordingsgeschiedenis de reden waarom de kreet voor een Europese Reveille niet de weerklank vond waarop was gehoopt. Volgen we deze redenering dan moet het narratief over de Eenheid van Europa beslist niet worden gezocht in manke historische verbeeldingen. Integendeel, een creatieve bundeling van zelfbewuste naties ligt dan meer voor de hand. Wortelend in zoiets prozaïsch als kolen en staal. Een bescheiden gemeenschap (EKSG), driekwart eeuw geleden opgericht door België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. Om vrije toegang en het vrije verkeer van grondstoffen te garanderen. Keiharde economische drijfveren, zonder poespas.
Het Europa van nu – met 27 EU-landen – is niet gebaat bij bombast en bombardon Waar het om gaat is een ontwaakt gevoel van urgentie, voortgestuwd door een visie op de toekomst waarin de krachten van en talenten niet worden vermalen tot politieke eenheidsworst. Europa zal opbloeien als de Europeanen hun nationale eigenheid in dienst stellen van een veelvormig gemeenschappelijk doel.
Het eendrachtig werken aan welvaart en voorspoed lijkt me ruim voldoende inspiratie voor een gezonde dosis PREPTALK in 2025.
Casper Jansen
Photo by Kelly Sikkema on Unsplash