Sinds ‘Rokjes Dag’ voor het eerst op de kaart werd gezet, is het straatbeeld ingrijpend veranderd. Spelenderwijs werden de rokjes, waarmee een blokje om werd gegaan, korter. Soms zelfs zo opgeschort dat het kledingstuk de allure kreeg van een ceintuurachtig accessoire. Kortheidshave nog versterkt door een tegenreactie op die afschuwelijke pandemie waardoor alle aandacht zich noodgedwongen van teen naar top verplaatste; van ledematen naar longen.
Inmiddels heeft, zo te zien, fashion over virus gezegevierd. Tel daarbij op, de warme winters waardoor tevens de grens tussen kunstmatige pantalon en naturelle pikkeltjes vervaagt. En de kans is groot dat Rokjes Dag zich al heeft gemanifesteerd, op een dag in februari. Het ziet ernaar uit dat de opwarming van de aarde medebepaalster is geworden van het moment waarop de rokjes uit de kast worden gehaald of het rokje dragende deel van de mensheid tot de aankoop van nieuwe exemplaren overgaat omdat ‘die lengte écht passé is, het design uit de mode is en die kleur oud’.
Dit soort existentiële bekommernis viel dit voorjaar evenwel in het niet bij de heffingenheibel die de Amerikaanse president veroorzaakte. Een paar dagen lang leek het over niets anders te gaan. Er voltrok zich een eenzijdig handjeklap van loven en bieden. Procenten. Percentages. Deals. Daar ietsje minder. Hier flink meer. En de Chinezen het allermeest. Zelfs pinguïns moesten dokken.
Moeilijk te volgen want wat wilde die man nou precies? Een handelsoorlog ontketenen of een mondiaal spelletje poker spelen met import- en exporttarieven. Op zoek naar de ratio achter dit alles bogen regeringsleiders over de hele wereld zich paniekerig over de boodschappen uit Washington. In talkshows gisten, speculeerden, vooronderstelden en assumeerden economen dat het een lieve lust was.
Was er sprake van een tactiek voor de korte termijn en diende de heffingen als drukmiddel om handelsovereenkomsten te sluiten die voor Amerikaanse bedrijven de weg naar vrijhandel zouden effenen? Of werd er met de tarievenachtbaan een ragfijne lange termijnstrategie uitgerold om de wereldeconomie te herschikken, de Amerikaanse industrie op autarkische leest te schoeien en de torenhoge staatsschuld naar beneden te krijgen. Niemand die het wist.
Het enige houvast was dat ze niet allebei konden. Geen plan dus tenzij het zaaien van angst in de bedoeling lag. Maar dat werkt alleen als het dreigement gekoppeld is aan een vooropgezet doel. Vooralsnog leek dat louter gericht te zijn op het verkrijgen van macht. Een pover bezit als de verzamelaar van die macht eigenlijk niet goed schijnt te weten hoe die macht vervolgens aan te wenden.
Sommige regeringen sputterden dat ze niet over heffingen wilden praten maar het liever wilden hebben over tarieven. Over en weer, uitruilen, dat soort werk. Weinig beseffend dat met die volatiele heffingspercentages voor de Amerikaanse president de onderhandelingen al begonnen waren. Diens hang naar dealtje maken, bracht de wereldeconomie aan het beven. In de ‘speeltuin van het kapitalisme’ zat opeens iedereen op de wip. Joe, de loodgieter – Amerikaanse collega van de Nederlandse ‘Jan Modaal’ – begon zekerheidshalve Franse champagne en Schiedamse jenever in te slaan en schrapte alvast de tortillachips met salsa van Mexicaanse avocado’s van het menu. Onzekerheid alom.
Ook op de beurzen konden ze er geen chocola van maken. Wat niemand durfde te zeggen uit angst dat voor straf de heffing op cacao zou worden verdubbeld. Daarom deden de beurshandelaren er voorlopig het zwijgen toe. Totdat het R-woord begon rond te spoken. Recessie en kelderende beurskoersen zijn ingrediënten voor een cocktail die aandeelhouders zelden zelf mixen. Rood, groen en weer rood. Wall Street begon zijn geduld te verliezen. Niet van plan te wachten tot de wal het schip zou keren, lieten ze hun lankmoedigheid varen en gaven ‘de Schipper naast God’ in het Witte Huis te verstaan dat het roer om moest. Geen kouwe drukte meer. De game was voor hem geweest, ok. De sets mocht hij binnenhalen, prima. Maar de matchwinst bleef gereserveerd voor de Big Boys. Laat daarover geen misverstand zijn!
Het werkte. De Oranje Keizer, half beer, half stier, de ‘Donald’ van de mythische proporties, liet zich buitenspel zetten. Terwijl zijn hovelingen nog drukdoende waren de goegemeente te overtuigen van het geniale van het presidentieel handelen, kapseisde diezelfde Grote Bons en maakte een switch van heb ik jou daar.
Heus niet omdat hij de bibberatie had gekregen van ‘zijn’ impact op de mondiale goederenmarkt. Ben je gek! Maar vanwege de slappe knieën van de financiële marktkooplieden over gederfde waarde. ‘Zo’n rottige 1800 miljard dollars, waar hebben we het over!’ Te kortzichtig om het grote plaatje te zien. Zijn Grand Design.
Het is narcisten eigen om zichzelf briljant te vinden en gemaakte fouten bij anderen te leggen. Voor de Grote Tarieventreiteraar was het ingrijpen van de markt dan ook niet meer dan een ravijnmomentje. Daarna zweefde hij weer vrolijk verder op de thermiek van zijn eigen windhandel.
Ondertussen werden de extreemste tarieven uitgegumd. In ieder geval voor een poosje. Stilte voor nieuwe wervel of een beklijvende bries? Niemand die gerust is op het bevrijdende karakter van de abrupte intoming. Integendeel, de ironie van ‘is dit beleid of is er over nagedacht’ is voorgoed veranderd van grappig in grimmig.
Casper Jansen
Photo by Tamas Munkacsi on Unsplash