Sneeuwhonger

Wat zal ik ’s doen, riep ik uit. Verkerend in zo’n escapistische bui waar iedereen wel eens last van heeft tegenwoordig. Leeghoofdig naar iets met knikkeren kijken op de tv? Of me ‘s lekker afvragen voor wie loyaliteitsbonussen eigenlijk bedoeld zijn. Voor verstrekker of ontvanger? Of is loyaliteit ten diepste een wederzijdsheid; het aangaan van een onverbrekelijk pact? Ik besloot die vraag op te sparen tot de zomer, bij het zwembad.

Ten einde raad wilde ik het aantal woorden gaan tellen dat Inuïts voor sneeuw hebben. U weet wel, de bewoners van Groenland die we vroeger Eskimo’s noemden. En die in zelfhulpboekjes voor verkopers als voorbeeld worden opgevoerd van een lastige doelgroep om koelkasten aan te verkopen. Dat aantal woorden bleek bij secure natelling slechts uit twee te bestaan. Sneeuw die valt, en sneeuw die is gevallen. Dacht dat het er meer dan honderd zouden zijn.

Misverstandje, in de wereld geholpen door slecht luisterende taalwetenschappers. In de iglo hoorden zij praten over sneeuw. Over hoe die joeg en opstoof, en ‘jongens, wat is het koud vandaag’. Al die weerberichtachtige parolen en rededelen classificeerden zij als ‘sneeuw’. Nepsneeuw! Net zoiets als een schaatstocht in het Gelderse Rivierenland langs Tiel en nog tien andere stadjes. Die noem je ook geen Elfstedentocht.

Wat te doen, nu die sneeuwwoorden niet de gehoopte tijddoders bleken te zijn? Schapen tellen? Of dat deksele, opnieuw niet te vinden majoraandeeltje opsporen? Iemand moet het doen, tenslotte! Of wegdromen bij een oude spoorwegaffiche? U kent die posters wel. Met van die stoomlocomotieven, die barstend van de oerkrachter heftig glanzend de vooruitgang symboliseren. Stations waarop dames in snoezige fin-de-siècle jurken aan petdragende kruiers hun talrijke koffers en hoedendozen toevertrouwen. En heren die door hun monocle naar arcadische landschappen staren, onderwijl nippend aan een cognacje of een trekje van een sigaar nemend.

Terug naar gelukzalige tijden waarin steenkolendamp ons klimaat nog niet bedreigde en zelfstandige spoorbeheerders nog niet op de nominatie stonden om te worden omgevormd tot staatsbedrijf. Nog steeds niet, eigenlijk. Want het plan uit 2017 om Prorail van een besloten vennootschap te transformeren naar een zelfstandig bestuursorgaan is nog steeds niet geëffectueerd. Niet omdat het bedrijf twee jaar geleden onder leiding kwam te staan van een topmanager die wél wist hoe je twee miljard aan overheidsgeld verantwoord besteedt. Niet omdat het kabinet zich niet langer de aangewezen instantie acht om het toezicht op de besteding van publieke middelen transparanter te maken. Maar omdat het parlement de omvorming controversieel heeft verklaard.

Dit uitstel – en hopelijk afstel want sinds wanneer zijn overheidsfunctionarissen meesterlijke aanstuurders van bedrijfsprocessen – heeft bij mij de hoop aangewakkerd op een Nederlandse variant van de Orient Express. Niet die van de ‘Moord op…’. Niet die na Istanboel nog een beetje door het Midden Oosten boemelde. Nee, een trein die doorrijdt naar het Verre oosten. Over de Nieuwe Zijderoute. Die spoorverbinding is er al maar dan als transportroute. Snel aan populariteit winnend, nu de prijzen voor containervervoer per schip de pan uitrijzen. Vervoerders kunnen nu zelfs kiezen welke lading ze op de trein wensen en welke niet. Ruim 12.000 vrachttreinen kwamen er in 2020 vanuit China naar Europa gereden. Wie had dat gedacht een paar jaar geleden…

Afijn, terug naar het onderwerp. Qua personenvervoer is dit traject van een kleine 12.000 km ‘sporen’ namelijk nog niet affichewaardig bevonden. Dat biedt kansen voor Prorail. Ongetwijfeld zal onze nog net niet-genationaliseerde spoorwegbeheerder haarfijn kunnen uitleggen dat er eerst allerlei barricades moeten worden geslecht voordat het comfort van passagierstreinen is bereikt. Maar dat lijkt me niet de ware ‘spirit’. Juist doordat ‘mijn’ Orient Express Nieuwe Stijl door landschappen trekt met nogal wat sneeuwval, biedt het Prorail dé kans om erachter te komen hoe bevroren en besneeuwde wissels moeten worden beheerd.

Het wenkend perspectief om die ambitie eens flink aan te wakkeren, zijn de Olympische Winterspelen. Over een jaar in China, aan het andere eind van de Nieuwe Zijderoute. Daar wachten ‘ons’ superbe schaatsbanen, superieure slede – en skicomplexen en supervette bob- en skeletonafdalingen. Reken maar dat de Chinese gastheren het voor elkaar zullen hebben.

Wat let ons om alle Nederlandse potentiële medaillewinnaars op de trein naar China te zetten. Inclusief schaatsen, snowboards en ander winterbestendig en glijdend materieel. Met Prorail, als logistiek kwartiermaker, op weg naar de alpine-oorden Yanqing en Zhangjiakou en de Chinese hoofdstad. Gedreven door één verlangen. Gevangen in één woord. Misschien niet het woord waarmee de Inuïts hun sneeuwwoordenschat met vijftig procent kunnen verrijken. Wel een ijselijke kreet waarmee sinds de eerste ijstijd bij Nederlanders machtige emoties worden opgerakeld. Februarigevoelens die het spoor openen naar een grootse en meeslepende dadendrang. Sneeuwhonger!

Casper Jansen

 

Photo by Irem Dursun on Unsplash

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs

Overtuigd? Of heeft u nog vragen waar we in geloven als ketenversnellers. In de nieuwsbrief krijgt u antwoorden en blikken we vooruit wat ons beweegt.

In Suppleye vindt u alles over de laatste trends en ontwikkelingen in de vorm van artikelen, columns, handige checklists en nog veel meer. Welke categorie is voor u interessant? Als u niks wilt missen, meld u dan aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.

Inschrijven