Walvis op dood spoor

Disproportioneel. Dat woord hoor ik vaak, de laatste tijd. Er zijn naar verhouding veel onjuistheden en die dienen te worden geadresseerd want anders groeien de proporties de pan uit, zo meent menigeen.

Wij, van SCEX, herkennen dat wel een beetje in ons eigen vak. De neiging om alles zo goed te regelen en zo hecht dicht te timmeren dat de spreekwoordelijke speld er niet meer tussen te krijgen is. En laten we eerlijk zijn, vooral bij het organiseren van langgerekte ketens is de kans groot dat we de klant en onszelf – of is het eigenlijk andersom – met onevenredige maatregelen gerust willen stellen. We noemen dat dan graag strategisch logistiek management maar niet zelden heeft het te maken met hoe wij zelf in elkaar zitten. Zijn we optimist of pessimist. Zijn we diep van binnen onzekere regelaars of in het diepst van onze gedachten onfeilbare alleskunners. Zijn voor ons de glazen immer halfvol of altijd halfleeg. Zijn verzekeringspolissen voor losers of verstandige voorzorgmaatregelen.

Ik moest hieraan denken toen ik bij het jaaroverzicht van het nieuws uit 2020 dat metrostel in Spijkenisse zag, uitgerangeerd, balancerend op de staart van een walvis. Geen echte want Spijkenisse ligt niet echt aan een walvisroute. Al vermoed ik dat vroegere bewoners met regelmaat met een harpoen in de verweerde knuisten naar aanmerkelijk noordelijkere streken zijn gevaren om daar een walvisje te verschalken en er levertraan van te koken.

Spijkenisse ligt op een eiland, in het zuiden van Zuid-Holland. Dus veel zuidelijker kan niet, voor Hollandse begrippen, dan. Tegenwoordig maakt het deel uit van de gemeente Nissewaard. Gelukkig werd de (deel)gemeente Spijkenisse genoemd. Want anders waren we misschien nog steeds aan het zoeken geweest naar de ‘plek des onheils’. Alhoewel, onheil! Eerder een spartelplek voor een reddingsbrigade om vrolijk op een scheepstoeter te blazen.

Die walvis dus, is een kunstobject dat bijna twintig jaar geleden werd onthuld om de opening van het metrostation glans bij te zetten. Het kunstwerk bestaat uit twee polyester staartvinnen; geintje van de kunstenaar want daarmee wordt verwezen naar het aldaar doodlopende metrospoor; in spoor – en railskringen bekend als staartspoor. Welnu, op een onzalig moment stopte de metro, bezig aan de laatste rit van die dag, niet waar hij behoorde te stoppen maar denderde door, knalde het stopblok opzij en strandde op de kleinste van de twee staartvinnen. Tien meter boven de grond bleef de metro wiebelen.

De chauffeur of machinist – ik durf niet te zeggen of de functietitulatuur van trein- en metrobestuurders identiek is of dat er gevoelige distincties zijn blijven bestaan waarvan ik geen weet heb – kon ongedeerd het voertuig verlaten. Het bizarre schouwspel – de veranderingen van een statisch kunstwerk in een spontane artistieke installatie – ging de hele wereld over: Saved by the Whale!

Door deze crash en de even wonderbaarlijke als efficiënte manier waarop het rijdend materieel werd behoed voor een desastreuze duik zou je haast geneigd zijn om te verordonneren dat voortaan bij elk staartspoor twee walvisstaarten moeten worden geïnstalleerd. Zo versmelten waterstaatkundige betekenis en artistieke manifestatie van een kunstwerk met elkaar en kan iedereen – in plaats van op van de zenuwen – ontspannen de laatste rit blijven uitzitten. En moeten we dat dan ook voor logistieke ketens doen? vraag ik me af. Of volstaat het om voortaan die walvisstaarten – symbolisch – voor ogen te houden als we bij SCEX, gedreven door onze hang naar perfectie, een buitenproportionele beslissing dreigen te nemen over de inrichting van weert een nieuwe supply chain. En zo voorkomen dat de keten leidt naar een dood spoor.

Casper Jansen

 

Photo by Richard Sagredo on Unsplash

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs