Enkelband Express
Zeeland voelt afgelegen. Op de een of ander manier is het altijd ver weg. Snap ’t ook wel. De enige […]
Wie eens iets anders wil en er het geld voor heeft, gaat op vakantie naar Jamaica. Net als Ian Fleming, geestelijk vader van de beroemdste spion aller tijden, deed nadat hij er ‘In Dienst van Hare Majesteit’ een inlichtingenopdracht had uitgevoerd. Hij raakte zo verslingerd aan wat zich daar onder water afspeelde, dat hij er een huis kocht. Golden Eye, noemde hij dat. In dit landhuis ging hij in 1952, in februari, achter zijn schrijftafel zitten en zette een maand later een punt achter het manuscript van Casino Royale. Golden Eye maakt tegenwoordig deel uit van een villacomplex, toegankelijk voor iedereen die onder of boven water op vakantie wil. Of er een spannend boek wil schrijven.
Op Jamaica ontstond, in de schaduw van de Blauwe Bergen en met het water van het Caribisch azuur voor de deur, het eerste boek over James Bond. Oftewel 007. ‘Een boek over een geheimagent dat alle spionageromans in één klap overbodig zal maken’ zo verklaarde de schrijver met het aplomb van een handelsreiziger die weet hoe hij zijn product aan de man moet brengen. Die doelstelling haalde hij niet helemaal. John Le Carré schreef betere, en spannendere. En hij was niet de enige. Maar met James Bond werd de spionageroman wel de Koude Oorlog in gesleurd.
De Britse ‘spion der spionnen’ kwam daarmee op het juiste moment. Tijdens de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog ebde in Groot-Brittannië de overwinningsroes weg terwijl het zoeken naar een nieuwe identiteit traag vorderde. De ontdekking van een netwerk van Sovjet-spionnen in de gelederen van de eigen geheime dienst was te gênant voor woorden en hielp bepaald niet mee om het zelfvertrouwen te herstellen. James Bond – hoe fictief ook – kwam als geroepen. Dat er veertig jaar later een boek verscheen waarin werd teruggekeken op die periode en dat de titel droeg: ‘De man die Engeland redde’, zegt genoeg. Eerlijkheidshalve hebben we het dan eerder over de cinematografische dan over de literaire Bond. Hoe dan ook, beroemd werd hij. Een carrière die werd bekroond toen zijn personage ter opluistering van de opening van de Olympische Spelen te Londen, samen met de Queen, uit een helikopter sprong. Iemand met ‘licentie om te doden’ mag dan misschien geen gentleman zijn maar zijn werkzaamheden voor het vaderland werden zo wel gehonoreerd.
Ian Fleming was in zijn jonge jaren een beetje een losbol. Behept met dezelfde visie op het leven waarmee de ondertussen voormalige premier van het Verenigd Koninkrijk zich profileert. ‘Een bezigheid is goed maar het moet niet in werken ontaarden’. Zoiets. Dankzij connecties van zijn moeder belandde hij tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Inlichtingendienst van de Britse Marine. Daar werkte hij spionageplots uit die door zijn collega’s wisselend werden beoordeeld. Van ‘geniaal maar onpraktisch’ tot ‘superspitsvondig maar totaal krankzinnig’. Een van zijn ideeën – op de werkvloer ongetwijfeld beoordeeld als vallend in beide categorieën – was om op de Spaanse kust een dode officier te laten aanspoelen. Slachtoffer van een vliegtuigongeluk. Met in zijn aktetas papieren waaruit valt op te maken dat de geallieerden hun invasie van Zuid-Europa niet op Sicilië willen beginnen maar op de Balkan. Flemings’ redenering was: hoe ongeloofwaardiger de ‘waarheid’, des te eerder de Nazi’s erin tuinen. Oorlogen gaan over lijken. Maar het lijkt me toch vooral een Brits trekje om te worden aangetrokken door het narratief van een man die zelf niet in de oorlog is gesneuveld maar door gewoon dood te zijn toch meevecht en met zijn schijnvertoning ook nog talloze soldatenlevens redt. Dus werd besloten het te doen. Projectnaam: Operatie Gehaktbal.
Geen sinecure want waar vind je zo gauw een dode man, volstrekt onbekend zodat hij gemakkelijk een militaire identiteit aangemeten kan krijgen en genoeg privé-kenmerken om de vijand te overtuigen dat zij ‘goud’ in handen hebben. En zo geschiedde. ‘De man die niet bestond’ begon zijn eigen leven te leiden. Mogelijk zelfs met meer succes dan in levende staat. Want het Duitse oppercommando trapte in de val en besloot meteen meer troepen naar de Balkan te dirigeren.
De film die erover is gemaakt, is door de recensenten lauw ontvangen. Te veel focus op de voorbereiding van het project. En ja, details uitbroeden achter bureaus en in laboratoria leidt visueel tot stilstand in beweging. Het organiseren van een keten waardoor een fake-personage door een onderzeeër bij gunstig tij in de buurt van een Spaans strand ‘te water wordt gelaten’ en daar stopt, mist de dynamiek van de keten zelf. Balletje gehakt zonder mayo. Of eigenlijk andersom. Dergelijke ensceneringen dreigen dan te gaan lijden onder, wat bij schrijvers van misdaadromans bekend staat als ‘gesloten kamer mysteries’. Denk aan ‘Moord in de Oriënt Express’ en ‘Moord op de Nijl’ van Agatha Christie. Thrillers die het, qua schouwspel, moeten hebben van hun exotische ambiance. Door ‘Operatie Gehaktbal’ te laten stoppen bij de Spaanse kust, hebben de filmmakers van een even onwaarschijnlijk als waar gebeurd spionageverhaal een kantoordrama gemaakt. En dat, terwijl de story van de werkelijke misleiding dan pas begint.
Daarom verwondert het mij dat de EON, producent van James Bondfilms, dit unieke narratief niet heeft aangegrepen om er een echte Bondfilm van het maken. Met een aquatisch intro, in de geest van Ian Fleming, liefhebber van alles wat er onder het wateroppervlak leefde of wat er Venusachtig uit oprees. Menige Bondfilm speelt zich onder water af. Dus de producenten weten hoe dat moet. Nou is doodgeschoten worden sowieso geen pretje. Maar onderwater, met al die vertraagde bewegingen, bellen en haaien, maakt het nog afschuwelijker. En loeispannend. Daarmee vergeleken heeft de duikbootactie in ‘Operatie Gehaktbal’ bijna iets vredigs. De Spaanse kust als opstapje; toch ook nooit weg. Doet me denken aan ‘Je leeft maar twee keer’. In die film krijgt de beroepsdoder, om de vijand om de tuin te leiden, een zeemansgraf. Beetje gek natuurlijk dat een geheimagent zo bekend is. Maar ja, zo is dat nu eenmaal, met onze James. Enfin, eenmaal op de bodem van de oceaan blijkt hij springlevend en breekt op vertrouwde wijze de hel los.
Boek beter dan de film, hoor je vaak. Zo ook hier. ‘Operatie Mincemeat’ is een echte pageturner, geschreven door Ben Macintyre. Non-fictie maar past helemaal in de stapel spannende vakantieboeken voor komende zomer. Of, nog beter, begin er alvast aan voordat je vertrekt. Iedereen weet dat niets een vakantie zo kan bederven als vlak ervoor nog met jezelf een spelletje ‘Ren je Rot’ te spelen. De tijd dat we dachten dat een lege agenda het stilzwijgende bewijs was dat je op vakantie mocht, ligt al een paar jaartjes achter ons. Beter is om enkele weken eerder te beginnen met zo af en toe niets te doen. Alvast beginnen aan een goed boek bijvoorbeeld. Niet klaar? Schuldgevoelens? Noem het dan desnoods: Werken aan de vakantie! Of sta ‘s stil bij de diepere betekenis van deze quote uit de film Moonraker. ‘Take my unfinished life and make it complete’.
Een fijne, complete vakantie toegewenst!
Casper Jansen