Heen en weer in de boekenkist

Het is ‘Hugo de Groot-jaar’. Tegenwoordig is er altijd een jaar, maand, week of dag om iets te memoreren of voor te lobbyen. Maar wij, van SCEX, hebben minstens twee redenen om even stil te staan bij de man naar wie straten, lanen en pleinen zijn genoemd. Wat hem voor onze beroepsgroep interessant maakt, is dat hij vond dat de zee van iedereen was én dat hij op het idee kwam zijn boekenkist niet te vullen met boeken maar met zichzelf.

Wie was die Hugo? Was hij, afgaande op zijn besognes, een zeeheld? Of een kundig kistenmaker? Niets van dit alles. Hugo was een geboren geleerde. Een wonderkind. Op z’n vijftiende schreef hij al gezaghebbend over wiskunde, rechtskwesties, filosofie, literatuur en geschiedenis. Die eruditie leverde hem een aanstelling op als topambtenaar bij het prille staatje aan de Noordzee dat in een opstandige bui had besloten om de ‘Koning van Spanje’ niet langer te eren. Hij leefde dus in de tijd dat het ‘Wilhelmus’ nog niet ons volkslied was maar al wel uit volle borst werd gezongen. Een geuzenlied, aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog.

Het nieuwbakken staatje dat zo ontstond, was een geval apart. Geen heuse republiek, geen federatie van zeven provincies, of zelfs maar een confederatie.
Om dat ‘staatsgewrocht’ van een patriottisch fundament te voorzien, bedacht Hugo de Groot dat de bewoners van de lage landen aan de zee nazaten waren van de Bataven. Een Germaanse volksstam die, zo wilde het verhaal, rond het begin van onze jaartelling in holle boomstammen bij Lobith ons land binnenvoer.

Fatsoenlijke lieden, sober, koppig, moedig en vrijheidslievend, wist Hugo. En waratje, laten dat nou net de eigenschappen zijn die hij in zijn volksgenoten herkende. Zo kneedde hij uit een nepgeschiedenis een volksaard die tevens kon dienen als politiek verhaal. Maar vaderlandsliefde vult geen magen. Daarom kreeg hij de opdracht een stuk te schrijven waarin stond dat de zee van iedereen was en dat Spanje noch enige andere natie delen van de oceaan kon claimen als een eigen territorium. Dit pleidooi (het Mare Liberum) voor de vrije toegang tot de zee en de vrijhandel eerst in 1864 teruggevonden en gepubliceerd. Het beschreef dat eenmaal buitengaats, iedere zeeman eigen meester en niemands knecht was. En zeerecht dat de expansiedrift van de VOC moest dienen want de Hollanders en Zeeuwen haalden hun handelswaar van ver en visten daarom altijd in andermans wateren.

Met de tolerantie die men van andere naties eiste, wilde het evenwel in eigen land niet zo vlotten. Althans, op religieus gebied. Er ontstonden twee kampen. Hugo koos de verkeerde kant, kreeg levenslang en werd ingesloten op Slot Loevestein. Het kasteel was geen echte bajes en Hugo de Groot geen penoze. Als eminent staatsgeleerde werd hij met alle egards behandeld. Zijn echtgenote had vrij toegang tot zijn cel, een dienstmeisje zorgde voor zijn natje en droogje, terwijl tevens de regelmatige toezending van studieboeken tot zijn privileges behoorde. Eenmaal uitgelezen werden de boeken teruggestuurd en nieuwe besteld. Toen het idee om in de boekenkist te vluchten, eenmaal bij Hugo had postgevat, ging hij onmiddellijk in training. Elke dag twee uur roerloos liggen tussen de houten planken.

Na 22 maanden in het gevang werd de Jaarmarkt te Gorinchem gekozen als ideaal tijdstip om ‘het vogeltje te laten vliegen en het kooitje achter te laten’. Wie wel eens tijdens een verhuizing een doos met boeken heeft versleept, weet dat papier loeizwaar is. Daarom hadden de bewakers geen argwaan toen de bekiste Hugo naar buiten werd gesjouwd en met een bootje over de Merwede gezet. Volgens uitgedokterd schema arriveerde hij ruim twee uur later in Gorinchem. Vanwege de jaarmarkt was het daar een vrolijke boel zodat de boekenvracht ongecontroleerd kon passeren. Verkleed als metselaar – niet als timmerman wat mij toepasselijker zou hebben geleken – vertrok de vluchteling ijlings zuidwaarts op een boerenkar. Om nog dezelfde avond in Antwerpen – Spaans gebied – aan te komen.

En nu we het toch over boeken hebben. Wie kent niet de vreugde van het bij de voordeur in ontvangst nemen van een stapeltje bestelde boeken. Hugo de Groot laat evenwel zien dat je boeken niet alleen kunt ontvangen maar ze ook zelf weer kunt terugsturen of doorsturen. Cirkeldistributie.

Er komen binnenkort zes nieuwe boodschappenbezorgers naar Nederland. Met de identieke belofte: binnen een click & een zucht staat een fietskoerier voor de deur om je spoedeisende aankopen te brengen. Vernieuwend zou dit verdienmodel pas echt zijn als ze meteen ook iets komen ophalen. Om dat ergens op de terugweg weer af te geven.

Die eertijds bedachte geïndividualiseerde retourzending van een van ’s lands grootste denkers laat zien dat we de laatste mijl heen én terug kunnen benutten. De koerier vertrekt voortaan niet per se met lege handen. Want ‘het andere adres is daarginds en deze hier is hier’. En wie weet, misschien kreeg drs. P dit thema voor zijn chanson ‘Heen en Weer’ over de eeuwen heen aangereikt van de briljante logistiek denker: Hugo de Groot.

Casper Jansen

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs

Overtuigd? Of heeft u nog vragen waar we in geloven als ketenversnellers. In de nieuwsbrief krijgt u antwoorden en blikken we vooruit wat ons beweegt.

In Suppleye vindt u alles over de laatste trends en ontwikkelingen in de vorm van artikelen, columns, handige checklists en nog veel meer. Welke categorie is voor u interessant? Als u niks wilt missen, meld u dan aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.

Inschrijven