Door Europa
Een trein waarin je kon slapen en eten. De zoon van een Belgische bankier zag het in Amerika en vond […]
Het was weer tijd voor het Wereld Economisch Forum (WEF) in Zwitserland. De jaarlijkse ontmoeting tussen zakenmensen en politieke leiders. Niets ten nadele van de sneeuw, de gezonde berglucht en de ongerepte alpenweide, daar niet van, maar is het nog van deze tijd? Confereren in een schier onbereikbaar oord. Ga maar na. Met de trein, vanuit Nederland: 3 x overstappen. Door de lucht is vlugger maar een directe verbinding is er niet. Moet je als businesstycoon of regeringsleiders eerst nog met een limousine naar boven. Is allemaal te doen maar heeft al bij al toch ook iets armoedigs.
Je zou zeggen dat na 53 keer bijeenzijn en elkaar bevragen over: waar willen we naartoe en hoe komen we daar, het vervoer van de knapste koppen in de wereld inmiddels innovatiever had kunnen zijn geregeld. Maar het gezoem van elektrisch vliegtuigjes boven de alpentoppen is achterwege gebleven. Evenmin worden de ‘eersten onder de gelijken’ in zelfsturende auto’s omhoog gereden. Terwijl de verwachtingen van die manier van transporteren toch hoog gespannen waren. Ga maar na. Zulke robotbolides raken niet in de war door rare rotondes, worden niet afgeleid door rumoerige reclameborden langs snelwegen en door ze in de periferie van een stad of woonwijk te parkeren, komen ze op afroep voorrijden waardoor jongens en meisjes weer ongehinderd, net als vroeger, op straat een balletje kunnen trappen. Knap hoor!
Door die juichtonen werd de indruk gewekt dat de computergestuurde auto zich, qua brein, kon meten met de alternatieve intelligentie (AI) van de gemiddelde deelnemer aan het WEF. Niet dat dit per se als compliment zou moeten worden opgevat. Zo is het bedrijfsleven bijvoorbeeld niet bij machte gebleken om de logistiek voor statiegeldblikjesautomaten adequaat te organiseren noch een niet-plastic bakje voor de frikandel uit te vinden. Toegegeven, in de WEF-context geen prioritaire agendapunten maar desalniettemin reden voor enige bescheidenheid. Zelfs – of misschien wel juist omdat grove beleidsschetsen niet altijd tot verfijnde uitvoeringsdetails leiden – wanneer men is uitgenodigd om zich in opulente Zwitserse pampersferen te buigen over zoiets als de wereldorde van de toekomst.
Niet in Davos. Waar dan wel? Het Limburgse Geuldal lijkt me een waardige concurrent. Centraal gelegen in Europa, zou je met een beetje goede wil kunnen zeggen. De WEF-deelnemers kunnen er wandelen over het Geulbeemdenvoetpad , te midden van een ‘heuvellandschap, geflankeerd door wilgenbomen, bloemenweiden en nestelende vogels in overhangende takken’. Wie de laatste specificatie wellicht ietwat raadselachtig in de oren klinkt, dient te bedenken dat het hier een Beschermd Natura 2000-gebied betreft. Met gebiedsnummer 157. Ontegenzeggelijk een minpunt, wanneer er 1600 zakenmensen, 300 ministers, 100 wetenschappers en 200 journalisten in Gulpen, Nuth en Voerendaal neerstrijken.
Zwitserland dan toch maar? Daar hebben ze immers zoveel natuurschoon dat ze treinen veel door tunnels laten rijden. Puntje bij paaltje, doet niet de locatie ertoe maar wat er wordt bekokstoofd. Is het forum in staat om uitvoering te geven aan de afspraken van de recente klimaatconferentie in Dubai? Het ontspannene aan zo’n wereldconferentie is dat het lekker globaal is. Bindende afspraken voor iedereen zijn nauwelijks te maken. Het WEF doet niet aan politiek, wordt altijd beweerd. Het biedt een platform. Het gaat erom dat internationale bedrijven coalities smeden waarmee mondiale problemen vereend worden aangepakt, in plaats van te wachten op wat ze van regeringen voorgeschreven krijgen.
Zoveel economische empathie verdient het om effectief en efficiënt te worden uitgevoerd. Daarom pleit ik voor een World Afterglow Forum (WAF). Waar, aansluitend op de traditionele gang van zaken, NGO ’s van allerlei pluimage aan de slag gaan om de metadiscussies in minuscule kannen en kruiken te gieten. Na te laten gloeien. Het handigste is dat zo’n schaduwforum er vanaf de start bij is. Dienstvaardig als actieve vlieg op de muur en alert als non-activistische luis in de pels. Om in de wandelgangen niet alleen te luisteren naar konkel en kakel, sleetse argumenten en inspirerende vergezichten, controverses en congruenties, onder – het – tapijt – vegende lobbyisten en bezielde futuristen. Maar ook de bezorgde gezichten te doorgronden wanneer wordt gesproken over de groei van het aantal politieke conflicten, de bekommerde rimpels over de oprukkende misinformatie te peilen en de gefronste wenkbrauwen bij de wurggreep van de digitalisering op ons dagelijks leven op waarde te schatten. Kortom, het zou verkeerd zijn dat er alleen maar wordt gepraat over de opwarmende aarde, daar in de sneeuw.
Om het ‘nagloeiende volkje’ niet in klimatologische gewetensnood te brengen, stel ik voor dat iedere delegatie een equivalent aantal uitnodigt om mee te gaan. In het Nederlandse geval reist de vijfkoppige Nederlandse regeringsdelegatie dus af met z’n tienen. Uiteraard met z’n allen in hetzelfde toestel waardoor de footprint handig wordt gehalveerd. En mocht de luchtige kout even stokken dan kan altijd nog naar een antwoord op de vraag worden gezocht of ze in Zwitserland überhaupt Natura 2000-gebieden hebben.
Tot die tijd, zou ik zeggen: veel succes en tot volgend jaar weer in Davos.
Casper Jansen
Photo by Damian Markutt on Unsplash