Vaste Prik

De kerstman nep? Rare vraag. De Siciliaanse bisschop die onlangs meende die vraag met een krachtig ‘nee’ te moeten beantwoorden, kreeg in ieder geval ongenadig op z’n falie. De moeders van de allerkleinste Italiaantjes betoogden dat hun kroost best snapten dat de kerstman gewoon een verklede oom is. Maar om op grond van zo’n trivium te beweren dat de kerstman niet bestaat, vonden zij een exegese van likmevestje. Juist een hoge vertegenwoordiger van een eeuwenoud geloof had beter moeten weten.

Het gaat er niet om of de kerstman bestaat. Dat is een onzinnige vraag. Waar het om gaat is of kinderen geloven dat hij bestaat. Als dat geloven dan ook nog gepaard gaat met gulle gaven, is geen sprook hun te gek. En mogelijk heeft daar de bisschop een punt. Hij stelde de Kerstman tegenover Sint Nicolaas die schonk aan de armen en zeelieden in nood naar veilige haven loodste. Icoon van onbaatzuchtigheid en omkijken naar elkaar. In de kerstman herkende de bisschop het beeld van vrijgevigheid en samen delen toch minder. De vrolijke kerstkwant vond hij meer een symbool van het consumentisme. ‘Ik koop, dus ik ben!’

Interessante tijdsgeestkwestie. Echter, de vraag of de kerkleider er verstandig aan deed om aan de vooravond van het cash & runfeest de prilste schaapjes van zijn kudde te bevragen over hun waarden en normen, dient desondanks ontkennend te worden beantwoord. Aardige kwestie. Zeker. Interessante noot om te kraken. Beslist. Maar niet tijdens het kerstdiner of de pakketjesparade onder de kostbare Nordmann. Alles op het juiste moment, zou de tijdgeest ons influisteren.

De kerstdagen zijn vervuld van verhalen; van ondefinieerbaar en onzegbaar tot griezelig en cool. Zulke midwinterraadselachtigheden doen wat met ons. Ze doen een beroep op onze hyperintelligente fantasie. Een inspanning die kinderen moeiteloos afgaat en hun ouders ook mits ze bereid zijn om te gaan met werkelijkheden die er tegelijk zijn en ook weer niet. Een mysterie is dus wat je er zelf van maakt. Kijk, daar is de kerstman. Tijd niet gezien. Honderd procent absent, van januari tot en met november. Maar géén bewijs dat hij toen niet bestond. Omgekeerd ook niet, trouwens. Want als hij er wel is, wie of wat zien we dan? Een expat? Seizoenarbeider? Avatar? Hologram? Een verzinsel? Wie zal het zeggen? Hoogste tijd om in de donkere dagen voor kerstmis met een paar schijnwerpers deze existentiële kwestie te belichten.

Tweehonderd jaar geleden schreef een theoloog, begiftigd met een kinderlijk voorstellingsvermogen, een Sinterklaasverhaal. In Amerika en op rijm. Sint-Nicolaas werd zo St. Nicholas. Hij vertelt hoe de Sint door het zwerk surft, per slee, getrokken door rendieren, alle acht bij naam genoemd. Het niet-alledaagse transportmiddel zit tjokvol geschenken die moeten worden afgeleverd. Wat deze luchtvracht extra bijzonder maakt, is de in logistieke kringen gevreesde ‘laatste mijl’. Die wordt afgelegd over de daken van huizen waarna het schoorsteenkanaal de definitieve aflevering krijgt te verwerken. Interessant aan deze distributievorm is dat niemand thuis hoeft te zijn om de pakjes in ontvangst te nemen. Een lege sok aan de schoonsteenmantel volstaat. Het huidige probleem van de thuisbezorging werd door Nicholas dus honderd jaar geleden al opgelost.
Wie deze werkwijze – schoen wordt sok – bekend voorkomt, heeft het begrepen. De goedheiligman stak in de Gouden Eeuw met Nederlandse migranten de oceaan, met medeneming van de bijbehorende gebruiken, over.

In de loop der tijd transformeert Sint Nicolaas via St. Nicholas in Santa Claus. En niet alleen van naam. Meer ontwrichtend echter, is de verplaatsing van de arrivé van de Sint naar kerstavond. Volgens sommigen wijst deze ingreep op een anti-papistisch complot, anderen zien er een scheiding der geesten in. Van een ascetische en minzaam vermanende distantie in levenswandel naar een opmaat tot de voorafschaduwing van een knuffelaar met een hedonistische leefstijl. Maar laten we ons aan de feiten houden!

Zo wordt in een dichterlijke handomdraai de schimmel vervangen door rendieren. En dat heeft nogal wat consequenties. Deze hippische modaliteitsshift verwijst opeens naar een andere plaats van herkomst dan het zonnige Spanje. Lastige brainwave want per slee door Madrid jakkeren zou ongetwijfeld te veel opzien hebben gebaard. In de buurt van de Noordpool niet. Daar is sleetje rijden dé manier om ergens te komen. Het innovatieve aan dit kerstverhaal is evenwel dat de slee niet glijdt maar zweeft. Een luchtmobiel zonder luchtbanden. Over het bestaan van UFO’ s maken hele volksstammen zich hoteldebotel. Maar over een roedel overvliegende rendieren hoor je niemand. ‘Hé, daar gaat Santa Claus, zie je toch!’

En zo ontstaat langzaam naar zeker een definitieve gedaanteverwisseling. De Amerikanisering vindt haar voltooiing wanneer in het negende couplet waar de heilige plots amicaal ‘St. Nick’ wordt genoemd. Wat blijft is hun beider stratosferische status. Zij kunnen zich gemakkelijk meten met andere superhelden die zich eveneens op allerlei manieren aan de zwaartekracht onttrekken.

De meesten van ons kennen Santa Claus van advertenties en commercials van een, in alle uithoeken van de wereld verkrijgbare, Amerikaanse frisdrank. Een gezellige oude heer met appelwangen, met een rood buisje, kuitbroek en een ijsmuts, afgezet met sneeuwig nep bont. Er zijn er die zijn Bourgondische buikje wijten aan het drinken van suikerhoudende priklimonade. Het klopt inderdaad dat een eeuw geleden toen hij voor het eerst in die kerstoutfit in reclames verscheen, in de frisdrankindustrie zero een non-issue was. Toch zou om die reden dat suikeroomimago niet terecht zijn.

In onze berijmde en gidsende bron treedt St. Nicholas naar voren als een gedrongen ietwat morsig kereltje met roetstrepen en smeer op zijn gezicht, zonder taille, met bontjas, breedgerande muts en een knickerbocker, boven juchtleren laarzen. In vroege prenten heeft hij, zelfs als hij zijn pijpje rookt, eerder iets korzeligs dan gezelligs. Dat sentiment meen ik terug te kunnen horen in het verbaal zuinige ‘Ho, Ho, Ho!’ van hem. Zelfs als ‘ho, ho, ho, in het Zweeds ‘ha, ha, ha’ zou betekenen, dan nog is daarbij vergeleken het ‘Dag lieve kinderen, zijn jullie dit jaar zoet geweest’ van de ‘verdrongen bisschop’ een toonbeeld van eloquentie.

Desondanks wint Santa Claus ten opzichte van Sinterklaas steeds meer terrein. Daar wil ik niets aan af doen. Reden temeer om de kerstman te waarschuwen voor een dreigende beknibbeling van zijn populariteit. Bij Sinterklaas hebben we de laatste jaren gezien waartoe onachtzaam personeelsbeleid kan leiden. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat Santa Claus dat lot niet zou kunnen treffen. In tegenstelling tot het conglomeraat van snoep- en speelgoedbedrijven waaraan ‘Klaas’ leiding geeft, manifesteert ‘Claus’ zich ogenschijnlijk als ZZP-er. Ik zeg: ogenschijnlijk want wat doet die Jack Frost daar, aan zijn zijde? Hoezo dit wintermannetje? Is dat zijn vrieskoude knechtje? Een sneeuwschuifvrijwilliger? Een vorstige onderaannemer die meer doet dan ijsbloemen aanbrengen op het vensterglas van slecht geïsoleerde woningen?

Legitieme vragen maar daar gaat het mij niet om. Hun arbeidsrelatie laat mij koud. Het gaat mij om de fluistercampagne die op gang aan het komen is. Ik geef enkele citaten. ‘Wat is ie wit’. ‘Waarom heeft dat hulpje geen kleur’. ‘Is die Frost wel zo’n échte oxymoron? Waarom kan een sneeuwpop niet blauw van de kou zijn?’ ‘Santa Claus moet kleur bekennen’,

Reden tot zorg – om maar eens de meest gehoorde virusuitdrukking te citeren. Opeens klink de bel van Santa Claus vreselijk alarmerend. Hoe redden we de kerstman, icoon van kerstborrels en eetfeesten, in een periode dat we meer dan ooit zijn aangewezen op de revival van het knusse ‘Heerlijk Avondje’ in kleine kring? Gewoon, door Sint en Santa niet uit elkaar te laten spelen maar hun ongelijkheid juist heel erg ‘woke’ te vinden. In het geloof dat Sinterklaas en Kerstman er het volgend jaar weer zullen zijn. Alle twee. In december. Allebei met hun eigen transportmiddelen waarbij ze de ‘Last Mile’ steeds weer en met schijnbaar groot gemak weten te beslechten.

Vaste prik! Fijne feestdagen!

Casper Jansen

 

Photo by Hush Naidoo Jade Photography on Unsplash

Gerelateerde blogs

Bekijk alle blogs

Overtuigd? Of heeft u nog vragen waar we in geloven als ketenversnellers. In de nieuwsbrief krijgt u antwoorden en blikken we vooruit wat ons beweegt.

In Suppleye vindt u alles over de laatste trends en ontwikkelingen in de vorm van artikelen, columns, handige checklists en nog veel meer. Welke categorie is voor u interessant? Als u niks wilt missen, meld u dan aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.

Inschrijven